Boek III

  1. Voorbij de Hermen naar het westen ligt Lakonië al. Volgens de Lakedaimoniërs zelf was Lelex, een oorspronkelijke bewoner, de eerste koning in dat land en zijn onderdanen kregen naar hem de naam Leleges. Lelex had een zoon Myles en een jongere zoon Polykaon. Waarheen en om welke reden Polykaon weggetrokken is zal ik elders vertellen. Na Myles’ dood werd hij opgevolgd door zijn zoon Eurotas. Deze leidde het water dat in de vlakte een moeras vormde via een kanaal af naar de zee. Het achterblijvende water vormde een rivier die hij Eurotas noemde. (2) Omdat hij geen zonen, had liet hij het koningschap na aan Lakedaimon, wiens moeder Taygete was, naar wie het gebergte vernoemd is, terwijl volgens de overlevering Zeus zijn vader was. Lakedaimon was getrouwd met Eurotas’ dochter Sparta. Toen hij koning geworden was, gaf hij eerst een nieuwe naam, afgeleid van zijn eigen naam, aan het land en de bewoners. Daarna stichtte hij een stad die hij naar zijn vrouw noemde en die tot op heden Sparta heet.
    (3) Omdat Lakedaimons zoon Amyklas ook iets dat aan hem zou herinneren wilde nalaten, stichtte hij een stad in Lakonië. Van zijn zonen was Hyakinthos de jongste. Hij was een knappe verschijning, maar hij stierf vóór zijn vader. Zijn graf is in Amyklai onder het beeld van Apollo. Na de dood van Amyklas ging het koningschap over op zijn oudste zoon Argalos en na diens dood op Kynortas. Kynortas’ zoon was Oibalos.
    (4) Deze trouwde met Perseus’ dochter Gorgophone, een vrouw uit Argos, en kreeg als zoon Tyndareus. Met hem kreeg Hippokoön ruzie over het koningschap omdat hij aanspraak maakte op de macht op grond van het feit dat hij de oudste was. Doordat hij hulp van Ikarios en zijn aanhangers kreeg overtrof hij Tyndareus ver in kracht en dwong hem, bang als hij volgens de Lakedaimoniërs was, zich terug te trekken naar Pellana. Er bestaat echter een Messeens verhaal over Tyndareus, dat hij naar Aphareus in Messenië vluchtte en dat Aphareus, de zoon van Piëres, een halfbroer van Tyndareus was van moederskant. Verder vertellen ze dat hij zich in Thalamai in Messenië gevestigd heeft en dat zijn kinderen geboren zijn in de tijd dat hij daar woonde. (5) Enige tijd later is Tyndareus door Herakles teruggebracht en kreeg hij zijn macht terug. De zonen van Tyndareus werden ook koning, evenals Menelaos, de zoon van Atreus en schoonzoon van Tyndareus, en Orestes, de echtgenoot van Menelaos’ dochter Hermione. Bij de terugkeer van de Herakliden tijdens het koningschap van Tisamenos, de zoon van Orestes, kregen de beide districten Messene en Argos respectievelijk Temenos en Kresphontes als heersers. Omdat in Lakedaimon de zonen van Aristodemos tweeling waren, ontstonden daar twee koninklijke huizen. Want de Pythia zou daarmee ingestemd hebben.
    (6) Aristodemos zelf was volgens overlevering in Delphi gestorven voordat de Doriërs naar de Peloponesos teruggekeerd waren. Sommigen willen het lot van Aristodemos fraaier voorstellen door te zeggen dat hij door Apollo neergeschoten is omdat hij niet naar het orakel gekomen was, maar eerder al bij een ontmoeting met Herakles van hem vernomen had dat de Doriërs terug zouden keren. Maar waarschijnlijker is het verhaal dat Aristodemos vermoord is door de zonen van Pylades en Elektra, neven van Orestes’ zoon Tisamenos. (7) De namen die zijn zonen kregen waren Prokles en Eurysthenes, en hoewel ze tweeling waren, waren ze totaal verschillend. Maar ondanks het feit dat ze een grondige hekel aan elkaar hadden namen ze toch samen met Theras, de zoon van Autesion, deel aan de stichting van een kolonie. Deze kolonie werd door Theras gesticht op het eiland dat in die tijd de naam Kalliste droeg. Hij hoopte dat de nakomelingen van Memblarios vrijwillig afstand van het koningschap zouden doen ten gunste van hem. (8) Dat hebben ze inderdaad gedaan op grond van de overweging dat het geslacht van Theras terugging op Kadmos zelf, terwijl zij slechts nakomelingen waren van Memblarios. Kadmos had Memblarios, een man van het volk, op het eiland achtergelaten om leiding te geven aan de kolonisten. Theras gaf het eiland een andere naam door het naar zichzelf te noemen en nog steeds brengen de Theraiers hem ieder jaar offers om hem te eren als hun stichter. Prokles en Eurysthenes waren eensgezind in hun verlangen Theras te dienen, maar voor het overige verschilden ze volkomen van elkaar in hun opvattingen.
    (9) Zelfs als ze in harmonie met elkaar hadden geleefd, had ik hun nakomelingen niet op een gemeenschappelijke lijst onder willen brengen. Want hun leeftijden liepen helemaal niet parallel, zodat de ene neef bij zijn geboorte niet op dezelfde hoogte in de stamboom staat als de andere neef, en zo ook de zonen van de neven en latere generaties. De geschiedenis van beide huizen zal ik dus afzonderlijk behandelen zonder ze met elkaar in één verhaal te combineren.

  1. Men zegt dat Agis de zoon was van Eurysthenes, de oudste zoon van Aristodemos.
    Aan hem ontleent het nageslacht van Eurysthenes de naam Agiaden. Patreus, de zoon van Preugenes, werd, toen hij tijdens Agis’ leven een stad stichtte, die tot op heden nog Patras heet, bij de stichting geholpen door de Lakedaimoniërs. Ook sloten ze zich aan bij Gras, de zoon van Echelas, de zoon van Orestes’ zoon Penthilos, toen hij er met een vloot op uit trok om een kolonie te stichten. Hij zou het gebied tussen Ionië en Mysië, dat tegenwoordig Aiolis heet, bezetten. Zijn voorvader Penthilos had vroeger al Lesbos, dat op die hoogte tegenover het vasteland ligt, in beslag genomen. (2) Tijdens het koningschap van Agis’ zoon Echestratos verdreven de Lakedaimoniërs alle Kynourische mannen van weerbare leeftijd, als reden aanvoerend dat vanuit Kynourisch gebied roversbenden Argolis teisterden, terwijl de Argivers met hen verwant waren, en dat de Kynouriërs zelf openlijk strooptochten in het land hielden. De Kynouriërs zouden van oorsprong Argivers zijn en Kynouros, de zoon van Perseus, hun stichter. (3) Niet veel jaren later werd Labotas koning in Sparta. Herodotos zegt in de geschiedenis van Kroisos dat de wetgever Lykourgos de voogd van deze Labotas was, maar hij noemt hem Leobotes in plaats van Labotas. In die tijd besloten de Lakedaimoniërs voor het eerst een oorlog tegen de Argivers te beginnen. Ze beschuldigden de Argivers ervan dat ze het Kynourische gebied , dat zij zelf onderworpen hadden, wilden annexeren en een opstand onder de bewoners, die hun onderdanen waren, veroorzaakten. Er werd echter, naar men zegt, in deze oorlog door geen van beide partijen ook maar iets noemenswaardigs gepresteerd. (4) De twee volgende koningen van dit huis, Doryssos, de zoon van Labotas, en Agesilaos, de zoon van Doryssos, werden spoedig gedood. Ook Lykourgos heeft voor de Lakedaimoniërs wetten gemaakt tijdens het koningschap van Agesilaos. Sommigen zeggen dat hij deze gemaakt heeft volgens de instructies van de Pythia, anderen dat hij Kretenzische wetten geïntroduceerd heeft. Volgens de Kretenzers zijn deze wetten hen gegeven door Minos, die daarbij door goddelijke hulp geïnspireerd was. Homeros zinspeelt volgens mij in de volgende verzen op de wetgeving van Minos:
    Knossos, een machtige stad, waar Minos, vertrouweling van de grote Zeus, negen jaar lang als koning regeerde.”
    (5) Lykourgos zal ik later in mijn verhaal behandelen. De zoon van Agesilaos was Archelaos. Tijdens zijn regering veroverden de Lakedaimoniërs Aigys, een stad van de perioiken, en maakten de inwoners tot slaaf, omdat ze hen van Arkadische sympathiën verdachten. De koning van het andere huis, Charilaos, hielp Archelaos bij de verovering van Aigys, maar wat hij gepresteerd heeft toen hij persoonlijk het bevel over de Lakedaimoniërs voerde, zal ik ook later behandelen wanneer mijn verhaal gevorderd is tot de zogeheten Eurypontiden.
    (6) Archelaos’ zoon was Teleklos. In zijn tijd hebben de Lakedaimoniërs op de perioiken de steden Amyklai, Pharis en Geranthrai, die nog in het bezit van de Achaiers waren, veroverd en verwoest. De inwoners van Pharis en Geranthrai sloten, toen ze bij de aanval in paniek geraakt waren, een wapenstilstandsverdrag, waarbij ze er mee instemden de Peloponnesos te verlaten. De Amyklaiers echter werden niet bij de eerste aanval verdreven, maar ze boden een tijd lang tegenstand en leverden glorieuze gevechten. Van hun kant lieten de Doriërs duidelijk blijken, doordat ze een zegeteken voor hun strijd tegen de Amyklaiers opgericht hebben, dat dit hun meest vermeldenswaardige prestatie in die tijd was. Enige tijd later werd Teleklos door de Messeniërs gedood in een heiligdom van Artemis. Dit heiligdom is gebouwd op de grens van Lakonië en Messenië op een plaats die Limnai heet. (7) Na de dood van Teleklos kreeg zijn zoon Alkamenes de heerschappij. De Lakedaimoniërs zonden Charmidas, de zoon van Euthys, een van de aanzienlijke mannen in Sparta, naar Kreta om een einde te maken aan de binnenlandse onrust in Kreta en de Kretenzers over te halen de zwakke steden, die te ver van de zee lagen, op te geven en in plaats daarvan hen te helpen plaatsen die aan de kust lagen te bevolken. Ook Elos, een door de Achaiers bewoonde stad aan zee, is door hen verwoest en de Argivers, die de Heloten gesteund hadden, hebben ze in een strijd overwonnen.

  1. Toen Alkamenes na zijn dood opgevolgd werd door zijn zoon Polydoros, zonden de Lakedaimoniërs kolonies naar Kroton in Italië en naar Lokroi bij kaap Zephyrios. De zogenaamde Messeense oorlog bereikte tijdens het koningschap van Polydoros een hoogtepunt. De oorzaken die de Lakedaimoniërs noemen voor de oorlog, verschillen van wat de Messeniërs daarover zeggen.
    (2) Wat door beide partijen daarover verteld wordt en hoe de oorlog beeindigd werd, zal ik later in mijn verhaal vertellen. Voorlopig zal ik mij tot het volgende beperken, hoe in de eerste oorlog tegen de Messeniërs Theopompos, de zoon van Nikander, een koning van het andere huis, meestal de leider van de Lakedaimoniërs was. Toen de oorlog tegen Messene uitgestreden was en Messenië eindelijk door de Lakedaimoniërs veroverd was, werd Polydoros, die een grote reputatie in Sparta genoot en bij de Lakedaimoniërs erg populair was omdat hij nooit iets geweldadigs deed of iemand ooit maar beledigde, bovendien in zijn vonnissen altijd rechtvaardige en humane uitspraken deed, (3) terwijl hij in heel Griekenland een schitterende naam had, vermoord door Polemarchos, een lid van een in Lakedaimon aanzienlijke familie, die echter, zoals hij duidelijk liet zien, een nogal driest karakter bezat. Na zijn dood ontving Polydoros van de Lakedaimoniërs veel bijzondere eerbewijzen. Er is echter ook een graftombe van Polemarchos in Sparta, misschien omdat hij voor de moord als een goed iemand beschouwd werd, maar misschien ook hebben zijn verwanten hem heimelijk begraven.
    (4) Tijdens de regering van Eurykrates, de zoon van Polydoros, accepteerden de Messeniërs het feit dat ze onderworpen waren aan de Lakedaimoniërs, en van het Argivische volk ondervonden ze geen moeilijkheden. Maar in de tijd van Eurykrates’ zoon Anaxandros – want hun lotsbestemming dreef de Messeniërs buiten de gehele Peloponnesos – kwamen ze in opstand tegen de Lakedaimoniërs. Een tijd lang hielden ze hun gewapend verzet vol, maar toen ze overwonnen waren verlieten ze, toen er een wapenstilstandsverdrag was, de Peloponnesos en de restanten van hen werden slaven in het land van de Lakedaimoniërs op de bewoners van de steden aan de kust na.
    (5) Het is hier niet de juiste plaats om de gebeurtenissen in de oorlog, die de Messeniërs na hun opstand tegen de Lakedaimoniërs gevoerd hebben, te vertellen. Anaxandros had een zoon Eurykrates, en deze tweede Eurykrates had een zoon Leon. Tijdens hun koningschap hadden de Lakedaimoniërs over het geheel genomen weinig succes in de oorlog met de Tegeaten. Maar tijdens de regering van Anaxandrides, de zoon van Leon, kregen ze de overhand op de Tegeaten. Dat gebeurde als volgt. Een Lakedaimoniër, Lichas genaamd, arriveerde in Tegea. In die tijd hadden de steden een verdrag met elkaar. (6) Toen Lichas arriveerde, waren de Spartanen op zoek naar de beenderen van Orestes. Ze deden dat in opdracht van een orakel. Lichas begreep dat de beenderen in een smederij begraven waren. De manier waarop hij daarachter kwam was als volgt. Alles wat hij in de smidse zag vergeleek hij met het orakel in Delphi. De blaasbalgen stelde hij gelijk aan de winden, omdat ook zij een krachtige luchtstroom uitbliezen. De hamer en het aambeeld waren slag en tegenslag, het ijzer vergeleek hij met rampspoed voor de mens, omdat men dit toen al gebruikte bij het voeren van de strijd. In de tijd van de heroën zou de god gezegd hebben dat bros rampspoed voor de mens was.
    (7) De Atheners kregen later een orakel, dat vergelijkbaar is met de spreuk die de Lakedaimoniërs ontvingen over het gebeente van Orestes, namelijk dat ze Theseus uit Skyros naar Athene moesten brengen, omdat ze anders Skyros niet zouden kunnen veroveren. Kimon, de zoon van Miltiades, heeft toen het gebeente van Theseus ontdekt door net als Lichas zijn scherpzinnigheid te gebruiken, en korte tijd later veroverde hij Skyros. (8) Dat in de tijd van de heroën de wapens meestal van brons waren, daarvan getuigen volgens mij ook de verzen van Homeros over de bijl van Peisandros en de boog van Meriones. Ook op een andere manier wordt mijn veronderstelling bevestigd, namelijk door de speer van Achilles, die gewijd is in de tempel van Athene in Phaselis en het zwaard van Memnon in de Asklepiostempel in Nikomedia. De speerpunt en het uiteinde van schacht zijn van brons en het zwaard is geheel van brons.
    (9) Voor de waarheid van dit alles kan ik instaan. Anaxandrides, de zoon van Leon, was de enige van de Lakedaimoniërs die tegelijkertijd twee vrouwen had en twee huishoudens voerde. Want zijn eerste echtgenote, die in alle opzichten een voortreffelijke vrouw was, kreeg geen kinderen. Daarom verzochten de ephoren hem dringend haar weg te zenden, maar hij weigerde. Hij kwam hen echter in zoverre tegemoet dat hij naast haar een andere vrouw nam. Zij kreeg na hun verbintenis een zoon, Kleomenes, en de eerste vrouw, die al die tijd niet zwanger was geweest, schonk na de geboorte van Kleomenes het leven aan Dorieus, daarna aan Leonidas en tenslotte aan Kleombrotos. (10) Na de dood van Anaxandrides wezen de Lakedaimoniërs Dorieus, hoewel ze hem zowel qua intellect als in militair opzicht superieur aan Kleomenes achtten, zeer tegen hun zin af als koning, maar gaven het koningschap in overeenstemming met de wetten als het recht van de oudste aan Kleomenes.

  1. Dorieus kon het niet verdragen in Lakedaimon te blijven en ondergeschikt aan Kleomenes te zijn, en daarom trok hij er opuit om een kolonie te stichten. Zodra hij koning was geworden, bracht Kleomenes een leger, bestaande uit Lakedaimoniërs zelf en bondgenoten, bijeen en viel hij Argolis binnen. Toen het tot een gewapend treffen kwam tegen de Argivers, behaalde Kleomenes de overwinning. Omdat er dichtbij een heilig woud van Argos, de zoon van Niobe, lag, zochten ongeveer vijfduizend Argivers op hun vlucht daar een veilig heenkomen. Maar Kleomenes, die gedurig te lijden had aan vlagen van waanzin, beval de heloten ook bij deze gelegenheid het heilige woud in brand te steken. Het vuur verspreidde zich over het hele woud, waarbij ook de smekelingen in de brand omkwamen. (2) Ook tegen Athene trok hij ten strijde. De eerste keer bevrijdde hij de Atheners van de zonen van Peisistratos, waardoor hij voor zichzelf en de Lakedaimoniërs een goede reputatie onder de Grieken verwierf, en de tweede keer was het om een Athener, Isagoras, ter wille te zijn door hem te helpen de tyrannie in Athene te vestigen. Toen hij bedrogen uitkwam in zijn verwachtingen en de Atheners heftig voor hun vrijheid vochten, heeft Kleomenes het land verwoest, waarbij hij ook het district Orgas, dat aan de goden in Eleusis was gewijd, naar men zegt geplunderd heeft. Ook bereikte hij Aigina, waar hij alle invloedrijke mannen arresteerde, die Perzisch gezind waren en de burgers overgehaald hadden aarde en water aan Dareios, de zoon van Hystaspes, te geven.
    (3) Tijdens het verblijf van Kleomenes op Aigina bracht Demaratos, de koning van het andere huis, hem in opspraak bij de Lakedaimonische bevolking. Na zijn terugkeer uit Aigina begon Kleomenes te intrigeren met de bedoeling Demaratos uit de koninklijke macht te ontzetten. De orakelpriesteres in Delphi kocht hij om om over Demaratos uitspraken te doen zoals hij zou dicteren. Leotychides, een man van koninklijke afkomst en van hetzelfde huis als Demaratos, hitste hij op om aanspraak te maken op het koningschap. Leotychides greep de woorden aan die Ariston zich vroeger eens bij de geboorte van Demaratos in zijn onwetendheid had laten ontvallen, toen hij zei dat dit geen zoon van hem was. Zoals ze bij andere gelegenheden ook altijd deden legden de Lakedaimoniërs ook in dit geval de aanspraak tegen Demaratos voor aan het orakel in Delphi. Het antwoord dat de priesteres hen gaf was helemaal zoals Kleomenes wilde. (5) Demaratos werd dus ten onrechte vanwege de haat die Kleomenes tegen hem koesterde uit zijn koninklijke macht ontzet, en Kleomenes werd later in een aanval van waanzin door de dood getroffen. Want hij greep een zwaard, begon zichzelf te verwonden en bleef doorgaan zijn hele lichaam te verminken. De Argivers zeggen dat hij zo stierf als straf voor zijn behandeling van de smekelingen van Argos, de Atheners zeggen dat het kwam doordat hij Orgas verwoest had, terwijl de Delphiërs menen dat de geschenken, die hij aan de orakelpriesteres gegeven had om haar over te halen leugens over Demaratos te geven, de oorzaak waren. (6) Het is ook mogelijk dat de wraak van de heroën en van de goden zich tegen Kleomenes verenigden. Want ook Protesilaos, een heros die zeker niet bekender is dan Argos, heeft om persoonlijke motieven in Elaious wraak genomen op Artayktes, een Pers, en de Megariërs zijn nooit in staat geweest de goden, die vertoornd waren omdat zij de heilige grond binnengedrongen waren, te verzoenen. Wat betreft het omkopen van het orakel, we weten dat niemand dat ooit gewaagd heeft behalve Kleomenes.
    (7) Omdat Kleomenes geen zonen had, ging het koningschap over op Leonidas,de zoon van Anaxandrides en volle broer van Dorieus. In deze tijd leidde Xerxes zijn leger tegen Griekenland en Leonidas ontmoette hem bij Thermopyle, samen met driehonderd Lakedaimoniërs. Nu hebben zowel de Grieken als de barbaren veel oorlogen met elkaar gevoerd, maar er zijn slechts een paar oorlogen, die vooral door de voortreffelijke kwaliteiten van één man roemrijker geworden zijn, zoals de Trojaanse oorlog door Achilles en de slag bij Marathon door Miltiades. Maar het succes van Leonidas overtrof naar mijn mening zowel alle latere als vroegere gebeurtenissen. (8) Want Leonidas zou met de weinigen, die hij naar Thermopyle leidde, Xerxes, de meest trotse van alle koningen die later over de Meden en Perzen geregeerd hebben, die zulke schitterende daden verricht heeft, belet hebben bij zijn mars Griekenland ook maar te zien of de stad Athene in brand te steken, als de man uit Trachis het leger van Hydarnes niet had omgeleid langs het pad, dat over de Oita liep en hen in staat had gesteld de Grieken te omsingelen. Zo werd Leonidas verpletterd en trokken de barbaren verder Griekenland binnen.
    (9) Pausanias, de zoon van Kleombrotos, is nooit koning geworden. Want toen hij de voogd was van Pleistarchos, die bij de dood van zijn vader Leonidas nog een kind was, leidde hij de Lakedaimoniërs naar Plataiai en vervolgens met een vloot naar de Hellespont. wat Pausanias voor een vrouw van Kos deed verdient volgens mij de hoogste lof. Zij was de dochter van Hegetorides, de zoon van Antagoras, een aanzienlijk man op Kos, en ze was tegen haar wil de concubine van Pharantades, een Pers. (10) Toen Mardonios in de slag bij Plataiai gevallen was en de barbaren omgekomen waren, heeft Pausanias de vrouw teruggezonden naar Kos, waarbij zij alle kostbaarheden die de Pers haar geschonken had en de overige bezittingen meenam. Pausanias weigerde ook het lijk van Mardonios te schenden, zoals Lampon van Aigina geadviseerd had.

  1. Pleistarchos, de zoon van Leonidas, stierf kort nadat hij op de troon was gekomen en Pleistoanax, de zoon van Pausanias, die bij Plataiai het commando had gevoerd, werd zijn opvolger. Pleistoanax had een zoon, die ook Pausanias heette. Deze Pausanias arriveerde in Attika zogenaamd om tegen Thrasyboulos en de Atheners te strijden, maar in feite om de tyrannie van hen, die door Lysander als machthebbers aangesteld waren, te verstevigen. Hij had wel de Atheners, die Peiraieus in handen hadden, in een slag overwonnen, maar had direct na de slag besloten zijn leger naar huis terug te voeren om niet de schandelijkste smaad over Sparta te brengen door de tyrannie van goddeloze mannen te verstevigen. (2) Toen hij na een vruchteloze strijd uit Athene thuis was gekomen, daagden zijn tegenstanders hem voor het gerecht. Als gerechtshof voor een Lakedaimonische koning fungeerden de Geronten, achtentwintig in getal, en het college van ephoren, aangevuld met de koning van het andere huis. Veertien geronten achtten, evenals Agis, de koning van het andere huis, Pausanias schuldig, terwijl de rest van het hof voor vrijspraak stemde. (3) Korte tijd later verzamelden de Lakedaimoniërs een leger tegen Thebe; de reden hiervoor zal ik in mijn relaas over Agesilaos vermelden. Bij deze gelegenheid arriveerde Lysander in Phokis en nam het hele Phokische leger met zich mee. Zonder verder tijd te verspillen trok hij Boiotië binnen en deed aanvallen op de muur van Haliartos, omdat de burgers van deze stad weigerden tegen Thebe in opstand te komen. Een groep Thebanen en Atheners was al in het geheim de stad binnengekomen, en toen zij naar buiten kwamen en het tot een strijd kwam, sneuvelden verscheidene Lakedaimoniërs, onder wie Lysander.
    (4) Pausanias, die bezig was een legermacht van Tegea en de rest van Arkadië bijeen te brengen, kwam te laat voor de strijd. Toen hij in Boiotië arriveerde, werd hij op de hoogte gesteld van de nederlaag van Lysanders strijdkrachten en van de dood van Lysander zelf, maar toch leidde hij zijn leger naar Thebe en was hij van plan de strijd te beginnen. Daarop vormden de Thebanen een front tegen hem en er werd gemeld dat Thrasyboulos met zijn Atheners zich in de buurt bevond. Hij wachtte af tot de Lakedaimoniërs het initiatief tot de strijd zouden nemen en was van plan om als ze dat gedaan hadden hen in de rug aan te vallen. (5) Omdat Pausanias nu vreesde tussen twee vijandelijk legermachten ingesloten te worden, sloot hij een overeenkomst met de Thebanen en nam degenen die bij de muur van Haliartos gesneuveld waren op om te begraven. Dit gebeurde niet met instemming van de Lakedaimoniërs, maar ik keur zijn besluit om de volgende reden goed. Pausanias besefte namelijk heel goed dat de rampen waardoor de Lakedaimoniërs getroffen worden altijd gebeuren wanneer ze tussen twee vijandige legers ingesloten worden en wat er bij Thermopyle en op het eiland Sphakteria gebeurd was maakte hem bang dat hij zelf verantwoordelijk voor een derde ramp zou worden. (6) Toen hij bij deze gelegenheid door de burgers beschuldigd werd van laksheid bij zijn campagne in Boiotië, wachtte hij niet af totdat hij voor het gerecht gedaagd werd, maar hij werd door de Tegeaten als smekeling van Athena Alea opgenomen. Dit heiligdom werd van oudsher door alle Peloponnesiërs gerespecteerd en bood degenen die daar smekeling waren de grootst mogelijke veiligheid. De Lakedaimoniërs lieten dit blijken in het geval van Pausanias en al eerder bij Leotychides, en de Argivers in het geval van Chrysis. Van geen van hen wilden ze de uitlevering eisen, toen ze daar als smekeling zaten.
    (7) Toen Pausanias vluchtte, waren zijn zonen Agesipolis en Kleombrotos nog heel jonge kinderen en Aristodemos, hun naaste bloedverwant, was hun voogd. Het succes van de Lakedaimoniërs bij Korinthe werd behaald onder leiding van deze Aristodemos. (8) Toen Agesipolis volwassen geworden was, waren de Argivers de eerste Peloponnesiërs tegen wie hij een oorlog begon. Toen hij vanuit het gebied van Tegea een leger Argolis binnenleidde, stuurden de Argivers een afgezant om voor hen met Agesipolis een voorvaderlijk verdrag te hernieuwen, dat van oudsher een gevestigde gewoonte was geweest tussen de Doriërs onderling. Maar hij sloot geen verdrag met de afgezant, trok met zijn leger verder en plunderde het land. Zelfs toen zich een aardbeving voordeed, wilde Agesipolis zijn leger niet terugtrekken, hoewel de Lakedaimoniërs, net als trouwens de Atheners, toch meer dan alle andere Grieken bevreesd waren voor tekenen uit de hemel. (9) Toen hij voor de muur van Argos gelegerd was, bleven de aardbevingen aanhouden. Enkele soldaten werden door de bliksem getroffen en kwamen om, anderen raakten helemaal buiten zinnen door de donder. In deze situatie trok hij zich met tegenzin uit Argolis terug en hield hij een andere campagne, nu tegen Olynthos. In deze oorlog was hij aan de winnende hand, hij had de meeste steden in Chalkidike al ingenomen en koesterde de hoop Olynthos zelf te veroveren, toen hij plotseling getroffen werd door een ziekte, waaraan hij tenslotte gestorven is.

  1. Toen Agesipolis kinderloos stierf, ging het koningschap over op Kleombrotos, onder wiens opperbevel zij de slag bij Leuktra tegen de Boiotiërs leverden. Kleombrotos betoonde zich een dapper man, maar sneuvelde toen de strijd nog maar net begonnen was. Juist bij zware nederlagen neemt de Voorzienigheid de bevelhebber vaak vroeg weg, zoals Hippokrates, de zoon van Ariphron, die bij Delion het commando voerde, aan de Atheners ontnomen werd, en later Leosthenes in Thessalië.
    (2) Kleombrotos’ oudste zoon Agesipolis heeft geen noemenswaardige daden op zijn naam en werd na zijn dood opgevolgd door zijn jongere broer Kleomenes. Diens oudste zoon was Akrotatos en zijn tweede zoon Kleonymos. Akrotatos overleefde zijn vader niet en toen Kleomenes later stierf, kregen zijn zoon Kleonymos en Akrotatos’ zoon Areus ruzie over de opvolging. Dus kwamen de Geronten tussen beide en beslisten dat de waardigheid door erfenis toekwam aan Areus, de zoon van Akrotatos, en niet aan Kleonymos. (3) Omdat hij nu van het koningschap beroofd was, raakte Kleonymos buiten zichzelf van woede, en de ephoren probeerden hem met allerlei eerbewijzen te kalmeren, met name door hem aan te stellen als bevelhebber van de strijdkrachten om zo te voorkomen dat hij ooit een vijandige houding tegen Sparta aan zou nemen. Uiteindelijk heeft hij veel vijandelijkheden tegen zijn vaderland ondernomen en bracht hij Pyrrhos, de zoon van Aiakides, er toe hun gebied binnen te vallen. (4) Tijdens het koningschap van Areus, de zoon van Akrotatos, in Sparta viel Antigonos, de zoon van Demetrios, Athene te land en ter zee aan. Om de Atheners te helpen kwam een expeditieleger met Patroklos uit Egypte, en ook de Lakedaimoniërs trokken er met hun hele leger op uit, nadat ze eerst Areus als hun bevelhebber hadden aangewezen. (5) Antigonos sloeg een beleg om Athene en belette de troepen van de Atheense bondgenoten de toegang tot de stad. Daarop stuurde Patroklos boodschappers om de Lakedaimoniërs en Areus er toe te bewegen het initiatief tot de strijd tegen Antigonos te nemen. Wanneer de strijd begonnen was, zou hij, zei hij, de Makedoniërs in de rug aanvallen. Want het was niet verstandig dat zij, Egyptische zeelieden, eerst de Makedoniërs te land zouden aanvallen. De Lakedaimoniërs waren heel graag bereid deze gevaren te trotseren, uit vriendschap jegens Areus, maar ook omdat ze een voor het nageslacht gedenkwaardige daad wilden verrichten.
    (6) Maar toen hun voorraden uitgeput waren, leidde Areus het leger terug naar huis, omdat hij zijn wanhopige maatregelen wilde inzetten voor de eigen belangen en niet onvoorwaardelijk risico’s wilde lopen ten behoeve van anderen. De Atheners verzetten zich zo lang mogelijk, maar tenslotte sloot Antigonos vrede met hen onder de voorwaarde dat hij een garnizoen in hun Mouseion legerde. Na verloop van tijd trok Antigonos dit garnizoen op eigen initiatief weer terug. Areus had als zoon Akrotatos, en deze weer een zoon Areus, die op een leeftijd van ongeveer acht jaar aan een ziekte overleed. (7) Als enige mannelijke vertegenwoordiger van het huis van Eurystheus bleef Leonidas, de zoon van Kleonymos, over, een reeds bejaarde man. Hem gaven de Lakedaimoniërs het koningschap. Nu stond Leonidas op uiterst gespannen voet met Lysander, een nakomeling van Lysander, de zoon van Aristokritos. Deze verwierf de steun van Kleombrotos, die getrouwd was met Leonidas’ dochter. Toen hij zich van zijn steun verzekerd had, bracht hij verschillende beschuldigingen tegen Leonidas in. Een daarvan was dat Leonidas als kind zijn vader Kleonymos gezworen had dat hij de ondergang van Sparta zou veroorzaken. (8) Dus werd Leonidas uit zijn koninklijk ambt ontzet en werd opgevolgd door Kleombrotos. Als Leonidas nu toegegeven had aan zijn eerste impuls en net als Demaratos, de zoon van Ariston, uitgeweken was naar de koning van Makedonië of de Egyptische koning, had hij, ook wanneer de Spartanen tot inkeer waren gekomen, geen profijt daarvan gehad. Maar hij ging nu, toen hij door de burgers tot ballingschap veroordeeld was, naar Arkadië, en enkele jaren later riepen de Lakedaimoniërs hem daarvandaan terug en maakten hem opnieuw tot koning.
    (9) Welke roekeloze, maar wel dappere daden Kleomenes, de zoon van Leonidas op zijn naam schreef en hoe er na hem een eind kwam aan het koningschap, heb ik al eerder verteld in de geschiedenis van Aratos van Sikyon. Mijn verhaal bevatte ook de manier, waarop Kleomenes in Egypte gestorven is.

  1. Van het geslacht van Eurysthenes, de Agiaden genaamd, was Kleomenes, de zoon van Leonidas, de laatste koning van Sparta. Wat ik over het andere huis gehoord heb, zal ik nu vertellen. Prokles, de zoon van Aristodemos, gaf zijn zoon de naam Soos. Men zegt dat Eurypon, de zoon van Soos, zo’n grote reputatie gekregen heeft dat dit huis, dat tot dan toe de Prokleidai heette, naar hem genoemd werd en voortaan de benaming Eurypontiden droeg. (2) De zoon van Eurypon was Prytanis. In zijn tijd begon de vijandschap van de Lakedaimoniërs met de Argivers, hoewel ze al voor deze twisten oorlog met de Kynouriërs voerden. Gedurende de volgende generaties, tijdens het koningschap van Prytanis’ zoon Eunomos en diens zoon Polydektes, heerste er vrede in Sparta. (3) Charillos, de zoon van Polydektes, viel Argolis binnen en verwoestte het land van de Argivers. Enkele jaren later werd onder leiding van Charillos de campagne van de Spartanen tegen de Tegeaten gehouden, toen de Lakedaimoniërs op grond van een misleidend orakel aanvielen in de hoop Tegea te veroveren en het Tegeatische deel van de vlakte van Arkadië te annexeren. (4) Charillos werd na zijn dood opgevolgd door zijn zoon Nikander. Wat de Messeniërs tegen Telklos, de koning van het andere huis, in het heiligdom van Limnas deden, vond plaats tijdens Nikanders koningschap. Ook Nikander viel Argolis binnen en teisterde het grootste deel van het land. De Asinaiers sloten zich in deze campagne bij de Lakedaimoniërs aan en werden korte tijd later door de Argivers afgestraft, doordat zij zware verwoestingen over hun vaderland brachten en de inwoners verjoegen. (5) Over Nikanders zoon Theopompos, die hem opvolgde, zal ik later uitgebreider vertellen, wanneer ik gekomen ben aan de beschrijving van Messenië. Nog tijdens de regering van Theopompos in Sparta werd ook de strijd tussen de Lakedaimoniërs en Argivers om het zogeheten Thyreatische gebied gevoerd. Theopompos nam zelf echter geen deel aan de acties, vooral vanwege zijn hoge leeftijd en zijn grote verdriet. Want nog tijdens Theopompos’ leven was Archidamos gestorven. (6) Hij stierf echter niet kinderloos, maar liet een zoon, Zeuxidamas, achter. Diens zoon Anaxidamos werd de opvolger. In zijn tijd werden de Messeniërs voor de tweede keer door de Spartanen overwonnen en van de Peloponnesos verdreven. De zoon van Anaxamidas was Archidamos en zijn zoon was Agesikles. Zij hadden beiden het geluk hun hele leven in rust, niet door oorlogen verstoord, door te brengen.
    (7) Ariston, de zoon van Agesikles, trouwde met een vrouw, die naar men zegt het lelijkste meisje in Lakedaimon was, maar onder invloed van Helena zich tot de mooiste vrouw ontwikkelde. Slechts zeven maanden na zijn huwelijk kreeg Ariston een zoon, Demaratos. Terwijl hij met de ephoren in vergadering zat kwam een dienaar hem berichten dat hij een zoon gekregen had. Ariston, die de versregels in de Ilias over de geboorte van Eurystheus vergeten was of ze helemaal niet begrepen had, verklaarde dat dit geen zoon van hem kon zijn, gezien het aantal maanden. (8) Later kreeg hij spijt van zijn uitspraak. Demaratos, die toen hij koning was in Sparta in hoog aanzien stond mede door zijn hulp aan Kleomenes bij het bevrijden van de Atheners van het juk van de Peisistratiden, werd door de onnadenkendheid van Ariston en de haat van Kleomenes een gewoon burger. Hij week uit naar koning Dareios in Perzië en men zegt dat zijn nakomelingen lange tijd in Azië zijn gebleven. (9) Leotychides, die in Demaratos’ plaats koning werd, nam met de Atheners en hun generaal Xanthippos, de zoon van Ariphron, deel aan de slag bij Mykale, en later hield hij ook een veldtocht tegen de Aleuaden in Thessalië. Hoewel hij heel Thessalië had kunnen onderwerpen omdat hij steeds als overwinnaar uit de strijd kwam, liet hij zich door de Aleuaden afkopen. (10) Toen hij in Lakedaimon voor het gerecht werd gebracht, ging hij in vrijwillige ballingschap naar Tegea, waar hij smekeling werd van Athena Alea. Nog tijdens zijn leven en voor zijn ballingschap stierf zijn zoon Zeuxidamas door een ziekte. Archidamos, de zoon van Zeuxidamos, werd na het vertrek van Leotychides naar Tegea koning. Deze Archidamos bracht het land van de Atheners erg veel ellende doordat hij ieder jaar met een leger Attika binnenviel. Bij elke invasie trok hij een spoor van vernietiging, en de stad Plataiai, die op de hand van de Atheners was, nam hij na een belegering in. (11) Toch was hij er geen voorstander van dat er een oorlog verklaard werd tussen de Peloponnesiërs en de Atheners, maar hij spande zich tot het uiterste in dat het verdrag tussen hen stand zou houden. Het was Sthenelaïdas, een invloedrijk man in Lakedaimon en in die tijd een van de ephoren, die vooral verantwoordelijk was voor de oorlog. Griekenland, dat toen nog in een goede toestand verkeerde, werd door deze oorlog tot op zijn grondvesten geschokt en is later, stuk geslagen en verre van gezond, door Philippos, de zoon van Amyntas, totaal geruïneerd.

  1. Archidamos liet bij zijn dood zonen achter. Van hen was Agis de oudste en hij erfde de troon in plaats van Agesilaos. Archidamos had ook een dochter, Kyniska genaamd, de in haar eerzucht erg gebrand was op een overwinning bij de Olympische spelen. Zij was de eerste vrouw die paarden fokte en een Olympische overwinning behaalde. Later hebben ook andere vrouwen een Olympische overwinning behaald, met name vrouwen uit Lakedaimon, maar geen van hen onderscheidde zich zo door haar overwinningen als zij. (2) Ik heb de indruk dat van alle mensen de Spartanen het minst gevoelig zijn voor poëzie en lof van dichters. Want behalve het anonieme epigram voor Kyniska en nog eerder het epigram voor Pausanias, dat Simonides op de drievoet, die in Delphi gewijd is, schreef, bestaat er geen ander gedicht om de daden van koningen van de Lakedaimoniërs te gedenken.
    (3) Ten tijde van het koningschap van Agis, de zoon van Archidamos, koesterden de Lakedaimoniërs verschillende grieven tegen de bevolking van Elis. Wat hen vooral dwars zat was dat zij door hen uitgesloten werden van de Olympische spelen en van het heiligdom in Olympia. Dus stuurden ze een afgezant met de opdracht aan de Eliërs autonomie te verlenen aan Lepreon en alle andere perioiken, die aan hen onderworpen waren. Het antwoord van de Eliërs luidde dat zij, zodra ze zouden zien dat de perioiken van Sparta vrij waren, ook zij zelf niet langer zouden wachten hun onderdanen vrijheid te verlenen. Dit was voor de Lakedaimoniërs en koning Agis aanleiding tot een invasie in het gebied van Elis. (4) Maar toen er zich een aardbeving voordeed, trok het leger, dat al tot Olympia en de Alpheios gevorderd was, zich weer terug. Het volgende jaar echter plunderde Agis het land en voerde het grootste deel van de buit weg. Een van de Eliërs, Xenias, een persoonlijk vriend van Agis en vertegenwoordiger van de Lakedaimonische belangen, kwam samen met de rijken in opstand tegen het volk. Maar voordat Agis hen met zijn leger te hulp had kunnen komen, had Thrasydaios, de toenmalige leider van de volkspartij in Elis, Xenias en zijn aanhang in een strijd overwonnen. (5) Toen Agis zijn leger terugtrok, liet hij Lysistratos, een Spartaan, met een deel van de strijdkrachten en de Elische ballingen achter om de Lepreërs te helpen het land te plunderen. In het derde jaar van de oorlog troffen de Lakedaimoniërs onder leiding van Agis voorbereidingen voor een nieuwe invasie in Elis. Omdat de Eliërs en Thrasydaios in een uiterst precaire situatie verkeerden, stemden ze er mee in hun suprematie over de perioiken op te geven en de stadsmuur te ontmantelen, bovendien de Lakedaimoniërs toe te staan in Olympia aan de god te offeren en aan de wedstrijden deel te nemen. (6) Ook deed Agis met zijn leger voortdurende invallen in Attika en bouwde het fort in Dekeleia. Toen de Atheense vloot bij Aigispotamoi vernietigd was, hebben Lysander, de zoon van Aristokritos, en Agis de eed, die de staat der Lakedaimoniërs bij de goden voor Athene gezworen hadden, gebroken en op eigen initiatief zonder goedkeuring van de Spartaanse staat de bondgenoten het plan voorgelegd Athene met de grond gelijk te maken. (7) Dit waren de meest in het oog lopende krijgshandelingen van Agis. Een zelfde ondoordachte opmerking als Ariston over Demaratos gemaakt had, maakte Agis over zijn zoon Leotychides. Een of andere boze geest gaf het hem namelijk in ten aanhoren van de ephoren te verklaren dat hij Leotychides niet als zijn zoon beschouwde. Maar ook Agis kreeg later berouw daarover. In die tijd werd hij ziek uit Arkadië naar huis gebracht en toen hij in Heraia was riep hij het volk als getuige dat hij Leotychides werkelijk als zijn zoon beschouwde en bezwoer hen onder gebeden en tranen dit aan de Lakedaimoniërs te melden.
    (8) Na de dood van Agis probeerde Agesilaos Leotychides van de troon te stoten door de Lakedaimoniërs te herinneren aan wat Agis eerder over Leotychides gezegd had. Maar er arriveerden Arkadiërs uit Heraia en zij getuigden voor Leotychides alles wat zij van Agis bij zijn overlijden gehoord hadden. (9) Tot een verdere escalatie van het conflict tussen Agesilaos en Leotychides werd bijgedragen door de uitspraak, gedaan door het orakel van Delphi. Deze luidde als volgt:
    Sparta, ook al zijt gij hoogmoedig, wees op uw hoede
    dat niet uit uw sterke leden een lam koninkrijk ontspruit.
    Want lang zult gij lijden in smartelijke ellende,
    in beroering op de golven van een mannenvernietigende oorlog.
    (10) Leotychides beweerde toen dat dit orakel doelde op Agesilaos, omdat deze aan één voet verlamd was, terwijl Agesilaos het van toepassing wilde verklaren op Leotychides, omdat hij een onwettige zoon van Agis was. De Lakedaimoniërs legden het geschil, hoewel dat onder hen bestond, niet voor aan Delphi. De reden daarvoor is volgens mij dat Lysander, de zoon van Ariston, een aanhanger van Agesilaos was en met inzet van al zijn krachten er naar streefde koning te worden.

  1. Agesilaos, de zoon van Archidamos, werd dus koning en de Lakedaimoniërs besloten met een vloot naar Azië over te steken om Artaxerxes, de zoon van Dareios, te verslaan. Ze kregen namelijk van verschillende magistraten, en met name van Lysander, de informatie dat niet Artaxerxes, maar Kyros degene geweest was die hen met financiële middelen in de oorlog tegen de Atheners gesteund had. Agesilaos, die belast was met de opdracht het leger naar Azië over te brengen en tot bevelhebber van de landstrijdkrachten benoemd was, zond afgezanten naar alle delen van de Peloponnesos, behalve Argos, en naar de Grieken ten noorden van de Isthmos met de oproep hen bij te staan in de oorlog. (2) De Korinthiërs bleven, hoewel ze de grootst mogelijke bereidwilligheid toonden aan de expeditie deel te nemen, tegen hun zin thuis, omdat de tempel van Zeus, bijgenaamd de Olympische, plotseling afgebrand was, en dat beschouwden ze als een slecht voorteken. De Atheners voerden als excuus aan dat de stad zich na de Peloponnesische oorlog en de pestepidemie net weer begon te herstellen tot zijn vroegere welvaart. Verder was vooral het feit dat ze van de boodschappers vernamen dat Konon, de zoon van Timotheos, naar de Perzische koning gegaan was, een reden zich afzijdig te houden. (3) Naar Thebe werd Aristomelidas als gezant gezonden, de grootvader van moederskant van Agesilaos. Hij stond op goede voet met de Thebanen en was een van de rechters geweest, die na de inname van de muur van Plataiai beslist hadden dat degenen die daar overgebleven waren ter dood gebracht zouden worden. Net als de Atheners weigerden de Thebanen hulp te verlenen. Toen Agesilaos de eigen strijdkrachten en het leger van de bondgenoten bijeen gebracht had en tegelijkertijd de vloot gereed was, vertrok hij naar Aulis om aan Artemis te offeren, omdat ook Agamemnon daar de godin gunstig gestemd had voordat hij zijn expeditie naar Troje leidde.
    (4) Agesilaos ging er prat op dat hij koning was van een welvarender stad dan Agamemnon en net als deze over heel Griekenland heerste, en dat het een fraaier succes zou zijn koning Artaxerxes te verslaan en de rijkdom van de Perzen in bezit te krijgen dan het rijk van Priamos te verwoesten. Maar terwijl hij al bezig was met het offer, kwamen gewapende Thebanen op hem af, smeten de al brandende schenkelstukken van de offerdieren van het altaar en joegen hem zelf uit het heiligdom. (5) Hoewel het Agesilaos dwars zat dat het offer niet voltooid werd, stak hij toch over naar Azië en stootte door naar Sardes. Want Lydië was in die tijd de belangrijkste provincie van Beneden-Azië en Sardes blonk uit door rijkdom en andere middelen. De stad was aangewezen als residentie voor de satraap van de kustprovincies, net zoals Sousa voor de koning zelf. (6) Toen de strijd tegen Tissaphernes, de satraap van de gebieden rondom Ionië, in de vlakte van de Hermos, losgebarsten was, haalde Agesilaos een overwinning op de Perzische cavalerie en infanterie, die in omvang slechts overtroffen werden door het leger van Xerxes en daarvoor door dat van Dareios bij zijn tocht tegen de Skythen en tegen Athene.De Lakedaimoniërs, vol bewondering voor de energie van Agesilaos bij zijn optreden, vertrouwden hem ook het bevel over de vloot toe. Maar hij stelde zijn zwager Peisander als commandant van de triëren aan en zelf richtte hij zich met volle inzet op de oorlog te land. (7) Maar een van de goden was afgunstig en belette hem zijn plannen tot een goed einde te brengen. Want toen Artaxerxes de overwinningen die Agesilaos behaalde vernam en deze steeds maar verder trok met zijn leger, waarbij hij alles wat hij tegenkwam onder de voet liep, legde hij Tissaphernes ondanks zijn vroegere verdiensten de doodstraf op en stuurde Tithraustes, een man met een scherp verstand, die bovendien de Lakedaimoniërs vijandig gezind was, naar de kust.
    (8) Toen hij in Sardes arriveerde, dacht hij een plan uit om de Lakedaimonië te dwingen hun leger uit Azië terug te roepen. Hij stuurde Timokrates van Rhodos met geld naar Griekenland, met de opdracht in Griekenland een oorlog tegen de Lakedaimoniërs uit te lokken. Degenen die een deel van dit geld aangenomen hebben waren, naar verluidt, in Argos Kylon en Sodamas, en in Thebe Androkleides, Ismenias en Timolaos. Verder accepteerden in Athene Kephalos en Epikrates een deel en in Korinthe degenen die Argivische sympatieën hadden, Polyanthes en Timolaos.
    (9) De eersten die openlijk de oorlog begonnen waren de Lokriërs uit Amphissa. De Lokriërs hadden namelijk juist een meningsverschil met de Phokaiers over het bezit van land. Opgehitst door de aanhang van Ismenias in Thebe haalden ze het rijpe koren van dat land en namen het met zich mee. De Phokiërs vielen daarop met hun hele leger Lokris binnen en verwoestten het land. (10) De Lokriërs brachtten dus de Thebanen als bondgenoten met zich mee en verwoestten Phokis. Daarop gingen de Phokiërs naar Lakedaimon, waar ze hun beklag deden over de Thebanen en vertelden wat zij meegemaakt hadden. De Lakedaimoniërs besloten nu een oorlog te beginnen tegen de Thebanen. Een van de dingen die ze hen verweten was hun drieste optreden in Aulis bij het offer van Agesilaos. (11) De Atheners die tevoren al geïnformeerd waren over de plannen van de Lakedaimoniërs zonden een gezantschap naar Sparta met het verzoek niet de wapens tegen de Thebanen op te nemen, maar hun grieven ter beslissing voor te leggen aan een gerechtshof. Maar in hun woede stuurden de Lakedaimoniërs het gezantschap weer weg. De gebeurtenissen die daarop volgden, namelijk de expeditie van de Lakedaimoniërs en de omstandigheden rond de dood van Lysander, heb ik al verteld in mijn relaas over Pausanias. (12) De oorlog die de Korinthishe oorlog wordt genoemd begon met de expeditie van de Lakedaimoniërs tegen Boiotië en breidde zich vervolgens steeds verder uit. Dit was de situatie, waarin Agesilaos gedwongen was zijn leger uit Azië terug te trekken. Hij stak vanuit Abydos met de vloot over naar Sestos, trok door Thrakië en bereikte Thessalië, waar de Thessaliërs om de Thebanen ter wille te zijn hem van een verdere opmars probeerden af te houden. Ook bestond er vanouds een vriendschap tussen hen en de stad Athene. (13) Maar Agesilaos dreef hun cavalerie op de vlucht, passeerde Thessalië en trok door Boiotië, waar hij een overwinning behaalde op de Thebanen en hun bondgenoten bij Koroneia. Toen de Boiotiërs op de vlucht geslagen waren, zocht een aantal van hen toevlucht in het heiligdom van Athene, bijgenaamd Itonia. En hoewel Agesilaos in de strijd gewond was, zondigde hij niet tegen de smekelingen.

  1. Niet lang daarna hielden de Korinthiërs, die wegens hun Spartaanse gezindheid in ballingschap waren, de Isthmische spelen. De bevolking in de stad hield zich uit angst voor Agesilaos in die tijd afzijdig. Maar nadat hij naar Sparta afgemarcheerd was, vierden zij ook met de Argivers de Isthmische spelen. Daarop trok Agesilaos opnieuw met zijn leger naar Korinthe. Omdat het Hyakinthiafeest op handen was, liet hij de Amyklaiers naar huis vertrekken om de gebruikelijk rites ter ere ven Apollo en Hyakinthos uit te voeren. Deze groep werd onderweg aangevallen en gedood door de Atheners onder leiding van Iphikrates. (2) Agesilaos ging ook naar Aitolië om de Aitoliërs, die door de Akarnaniërs met een oorlog in het nauw gebracht werden, bij te staan en dwong de Akarnaniërs de oorlog te beeindigen, hoewel zij op het punt hadden gestaan Kalydon en de andere Aitolische steden te veroveren. Later voer hij ook naar Egypte om de Egyptenaren die in opstand waren tegen hun koning te hulp te komen. Agesilaos heeft veel gedenkwaardige prestaties op zijn naam, maar doordat hij al een oude man was, stierf hij tijdens de campagne. Toen zijn stoffelijk overschot naar Sparta gebracht was, begroeven de Lakedaimoniërs hem met grotere eerbewijzen dan alle andere koningen.
    (3) Tijdens de regering van Agesilaos’ zoon Archidamos veroverden de Phokiërs het heiligdom in Delphi. Voor hun oorlog tegen Thebe hadden de Phokiërs uit eigen middelen huurtroepen in dienst genomen, en ook werden ze officieel gesteund door de Lakedaimoniërs en de Atheners. Deze laatsten boden hun steun omdat ze zich een vroegere dienst, die hen door de Phokiërs bewezen was, herinnerden, en ook de Lakedaimoniërs beriepen zich op vriendschapsbanden, maar volgens mij was het in werkelijkheid uit vijandschap tegen Thebe. Theopompos, de zoon van Damasistratos, zei dat Archidamos zelf een deel van het geld kreeg en dat bovendien zijn vrouw Deinicha, omgekocht door invloedrijke kringen in Phokis, haar man gestimuleerd heeft de Phokiërs te steunen. (4) Dat hij heilig geld geaccepteerd heeft en mannen geholpen heeft, die het beroemdste van alle orakels verwoest hebben, beschouw ik niet als een van zijn daden waarvoor hij lof verdient, maar het volgende strekt hem wel tot eer. De Phokiërs vatten het drieste plan op de Delphishe mannen, die in de kracht van hun leven waren, te doden, vrouwen en kinderen in slavernij te brengen en de stad zelf met de grond gelijk te maken. Dat zij aan deze ramp, die hen van de kant van de Phokiërs bedreigde, ontsnapten was te danken aan de tussenkomst van Archidamos. (5) Later stak hij ook over naar Italië om de Tarentijnen te steunen in hun strijd tegen hun barbaarse buren. Daar werd hij door de barbaren gedood en de toorn van Apollo maakte dat zijn lichaam geen begrafenis kreeg. De oudste zoon van deze Archidamos, Agis, sneuvelde in de strijd tegen de Makedoniërs onder leiding van Antipater, en zijn jongste zoon Eudamidas regeerde over de Lakedaimoniërs in een periode van vrede. Hoe het Eudamidas’ zoon Agis en diens zoon Eurydamidas vergaan is heb ik al behandeld in de beschrijving van Sikyon.
    (6) Onderweg vanaf de Hermen staat het hele gebied vol met eiken. De streek draagt de naam Skotitas, een naam die niet ontleend is aan het feit dat de bomen er dicht opeen staan, maar aan Zeus met de bijnaam Skotitas en aan de linkerkant van de weg ongeveer tien stadiën daarvan verwijderd bevindt zich een heiligdom van Zeus Skotitas. Wanneer je terug gaat, dan een eindje vanaf dat punt verder gaat en vervolgens weer naar links afslaat, zie je een beeld en een zegeteken van Herakles, die naar verluidt dit opgericht heeft na het doden van Hippokoön en zijn zonen. (7) De derde afslag van de rechte weg is aan de rechterkant en leidt naar Karyai en het heiligdom van Artemis. Karyai is namelijk een plaats die aan Artemis en de nymphen gewijd is en er staat een beeld van Artemis Karyatis in de open lucht. Daar houden de Lakedaimonische meisjes ieder jaar koordansen en hebben ze een traditioneel dansfeest op de lokale manier. Wanneer je weer terugkeert en langs de hoofdweg verder reist, kom je bij de ruïnes van Sellasia. De Achaiers hebben, zoals ik eerder beschreven heb, de bewoners van deze stad als slaven verkocht na hun overwinning op de Lakedaimoniërs en koning Kleomenes, de zoon van Leonidas. (8) In Thornax, waar je vervolgens aankomt, is een beeld van Apollo Pythaios, in dezelfde stijl gemaakt als dat in Amyklai. Hoe dt er uit ziet zal ik beschrijven wanneer het ter sprake komt. Want voor de Lakedaimoniërs staat de cultus van Amyklaios in hoger aanzien, zodat ze zelfs het goud, dat de Lydiër Kroisos aan Apollo Pythaios gezonden heeft, gebruikt hebben om het beeld in Amyklai te verfraaien.

  1. Wanneer je vanaf Thornax verder gaat bereik je de stad die oorspronkelijk Sparta heette, maar in de loop van de tijd de naam Lakedaimon gekregen heeft. Tot dan was dit de naam van de streek. Wat voor mij in mijn beschrijving van Attika een goede methode was, namelijk dat ik niet alles in volgorde verteld heb, maar een selectie gemaakt heb van de meest vermeldenswaardige zaken, wil ik voordat ik een begin maak met de beschrijving van Sparta herhalen. Vanaf het begin wil ik voor mijn werk uit de vele vaak onbelangrijke verhalen, die in de diverse gemeenschappen verteld worden, de meest vermeldenswaardige uitkiezen. Hierover heb ik goed nagedacht en ik zal er niet van afwijken.
    (2) De Lakedaimoniërs die Sparta bewonen hebben een bezienswaardige markt, waar zich het raadsgebouw van de Gerousia en de kantoren van de ephoren, de toezichthouders op de wetten en de zogenaamde Bidaiers bevinden. De Gerousia is het college dat de hoogste autoriteit aangaande de Lakedaimonische staatsregeling bezit, de anderen vormen de uitvoerende macht. De colleges van ephoren en Bidaiers tellen elk vijf leden. Deze laatsten hebben als taak de wedstrijden van jonge mannen, speciaal die bij de Platanistas, te organiseren, terwijl de ephoren de belangrijkste zaken regelen. Een van hen verleent zijn naam aan het jaar, zoals ook in Athene een van de zogenaamde Negen Archonten de naamgever is. (3) Het opvallendste gebouw op de markt is de zuilengalerij, die de Perzische genoemd wordt, omdat hij gemaakt is van de buit uit de Perzische oorlogen. In de loop der tijd is hij verbouwd en heeft hij zijn huidige grootte en pracht gekregen. Op de zuilen staan wit marmeren beelden van Perzen, onder wie Mardonios, de zoon van Gobryas. Ook is er een beeld van Artemisia, de dochter van Lygdamis en koningin van Halikarnassos. Zij zou zich vrijwillig hebben aangesloten bij de expeditie van Xerxes tegen Griekenland en zich in de zeeslag bij Salamis onderscheiden hebben. (4) Op de markt staan tempels van Caesar, de eerste Romein die naar de monarchie streefde en de macht uitoefende volgens de nu bestaande constitutie, en van zijn zoon Augustus die het keizerschap steviger gevestigd heeft en een groter aanzien en zijn vader in macht en aanzien overtrof. Zijn naam was “Augustus”, waarvoor in het Grieks de woord
    Sebastos bestaat.
    (5) Bij het altaar van Augustus toont men een bronzen beeld van Agias. Deze Agias heeft, naar men zegt, nadat hij het orakel geraadpleegd had voor Lysander, de Atheense vloot bij Aigospotamoi veroverd op tien triëren na. Die ontsnapten naar Cyprus, maar de overigen zijn met bemanning en al door de Lakedaimoniërs veroverd. Agias was de zoon van Agelochos, een zoon van Tisamenos. (6) Tisamenos, een Eliër uit de familie der Iamiden, had een orakelspreuk gekregen dat hij vijf zeer beroemde wedstrijden zou winnen. Dus trainde hij voor de Olympische spelen, maar vertrok met een nederlaag, hoewel hij bij twee wedstrijden de eerste plaats had behaald. Bij het hardlopen namelijk en het springen versloeg hij Hieronymos van Andros. Maar toen hij bij het worstelen door hem was verslagen en de overwinning gemist had, begreep hij wat het orakel bedoelde, namelijk dat de god hem, toen hij het orakel raadpleegde, de belofte gaf dat hij vijf keer een overwinning zou behalen bij een strijd in oorlog.
    (7) Omdat de Lakedaimoniërs gehoord hadden wat de Pythia Tisamenos voorspeld had, haalden ze hem over uit Elis te verhuizen en in Sparta staatsvoorspeller te worden. Tisamenos behaalde voor hen vijf overwinningen in een strijd in de oorlog. De eerste overwinning was bij Plataiai tegen de Perzen; de tweede overwinning behaalde hij bij Tegea, toen de Lakedaimoniërs in conflict waren geraakt met de Tegeaten en Argivers; vervolgens de overwinning bij Dipaia, een Arkadische stad in Mainalia, toen alle Arkadiërs op de Mantinaiers na een front tegen hem vormden; (8) de vierde overwinning bevocht hij op de heloten, die in opstand gekomen waren en van de Isthmos naar Ithome gegaan waren. Niet alle heloten waren in opstand gekomen, alleen het Messeense deel, dat zich van de oude heloten afgescheiden had. Deze gebeurtenissen zal ik meteen vertellen. De Lakedaimoniërs luisterden in dit geval naar het advies van Tisamenos en het orakel in Delphi en stonden toe dat de opstandelingen vertrokken na een overeenkomst te hebben gesloten. De laatste goddelijke voorspelling van Tisamenos aan hen was bij Tanagra, toen een treffen plaats vond met de Argivers en Atheners.
    (9) Dit is de geschiedenis van Tisamenos zoals ik die vernomen heb. De Spartanen hebben op de markt beelden van Apollo Pythaios, Artemis en Leto. Deze plaats wordt in zijn geheel Choros genoemd, omdat bij de Gymnopaidia, een festival dat voor de Lakedaimoniërs van buitengewoon belang is de jonge mannen er hun dansen ter ere van Apollo opvoeren. Niet ver daarvandaan is een heiligdom van Gè en Zeus Agoraios, verder een van Athena Agoraia en een van Poseidon, die men de bijnaam Asphalios geeft, en tenslotte een van Apollo en van Hera. (10) Ook is er een enorm standbeeld van het Volk der Spartanen gewijd. Bovendien hebben de Lakedainoniërs een heiligdom van de Moiren, waarbij het graf van Orestes, de zoon van Agamemnon, ligt. Toen het gebeente van Orestes uit Tegea gehaald was, hebben ze het op grond van een orakel hier begraven. Naast het graf van Orestes staat een standbeeld van Polydoros, de zoon van Alkamenos, een koning die een zo grote eer gekregen heeft dat de magistraten zijn beeltenis als zegel gebruiken voor alle stukken die verzegeld moeten worden. (11) Er is ook een beeld van Hermes Agoraios, die het kind Dionysos draagt, en het zogenaamde oude Hof der Ephoren, waarin de graven zijn van Epimenides van Kreta en Aphareus, de zoon van Piëres. Wat de Lakedaimoniërs over Epimenides vertellen lijkt mij overigens waarschijnlijker dan wat de Argivers vertellen. Op de plaats waar de Moiren zijn hebben de Lakedaimoniërs ook een heiligdom van Hestia, en verder een van Zeus Xenios en van Athena Xenia.

  1. Wanneer je vanaf de markt de weg die de Aphetaïsche weg genoemd wordt neemt, zie je de zogeheten Boöneta. Maar op dit punt in mijn verhaal is eerst een toelichting op de naam van deze weg nodig. Ikarios zou een hardloopwedstrijd uitgeschreven hebben voor de vrijers van Penelope. Dat Odysseus deze wedstrijd gewonnen heeft is bekend, maar de deelnemers aan de wedstrijd zijn, zoals verteld wordt, langs de Aphetaïsche weg gestuurd ().
    (2) Volgens mij heeft Ikarios de hardloopwedstrijd georganiseerd in navolging van Danaos. Dit was de manier, die Danaos bedacht had voor zijn dochters. Toen niemand een van hen vanwege hun onreinheid als vrouw wilde nemen, stuurde Danaos een bericht rond dat ieder degene mocht kiezen, van wie de schoonheid bij hem in de smaak viel en dat hij deze dan zonder bruidschat zou geven. Er kwamen maar een paar mannen op af en voor hen hield Danaos een hardloopwedstrijd, waarbij degene die het eerst aankwam voor de anderen mocht kiezen, daarna de tweede en zo verder tot aan de laatste. De overgebleven dochters moesten wachten tot er weer nieuwe vrijers arriveerden en er een hardloopwedstrijd gehouden werd. (3) Aan deze weg hebben de Lakedaimoniërs, zoals ik al verteld heb, de zogeheten Boöneta, eens het huis van koning Polydoros. Na zijn dood hebben ze dit van zijn weduwe gekocht, waarbij ze als betaalmiddel runderen gebruikten. In die tijd was er namelijk nog geen zilvergeld of goudgeld, maar men betaalde nog op de ouderwetse manier met runderen, slaven en ongemunt zilver en goud. (4) Mensen die naar India varen zeggen dat de Indiërs Griekse scheepsladingen ruilen voor andere goederen en ze geen geld kennen, en dat nog wel ondanks het feit dat ze een overvloed aan goud en brons bezitten.
    Tegenover het kantoor van de Bidaiers staat een heiligdom van Athena. Odysseus zou het beeld opgericht hebben en het Keleutheia genoemd hebben na zijn overwinning in het hardlopen op de vrijers van Penelope. Drie heiligdommen van Keleutheia heeft hij opgericht, op enige afstand van elkaar. (5) Wanneer je verder gaat langs de Aphetaische weg bereik je het heroön van Iops, die geleefd zou hebben in de tijd van Lelex of Myles, en van Amphiaraos, de zoon van Oikles. Men denkt dat dit heiligdom gebouwd is door de zonen van Tyndareus, omdat Amphiaraos een neef van hen was. Ook is er een heroön van Lelex zelf. Niet ver van deze heiligdommen is een heilig domein van Poseidon van Tainaron, zoals zijn bijnaam luidt, en dicht daarbij een beeld van Athena, dat gewijd zou zijn door hen die als kolonisten naar Tarente in Italië vertrokken. (6) Wat betreft de plaats die ze het Hellenion noemen staat vast dat dit de plaats is waar de Grieken, die zich voorbereidden op de verdediging tegen Xerxes, toen hij naar Europa overstak, overlegd hebben over de manier waarop zij tegenstand zouden bieden. Het andere verhaal is dat degenen die ter wille van Menelaos aan de expeditie tegen Troje deelnamen hier overlegd hebben hoe ze naar Troje konden uitvaren en wraak konden nemen op Alexander voor de schaking van Helena. (7) Dichtbij het Hellenion toont men het graf van Talthybios. Ook de Achaiers uit Aigion tonen op de markt een graf, waarvan ze beweren dat het het graf van Talthybios is. De wraak van deze Talthybios voor de moord op de gezanten, die door koning Dareios naar Griekenland gestuurd waren om aarde en water te eisen, trof de staat van de Lakedaimoniërs, maar in Athene trof hij individuele personen en speciaal het huis van één man, Miltiades, de zoon van Kimon. Miltiades was er verantwoordelijk voor dat de gezanten die naar Attika gekomen waren door de Atheners gedood zijn. (8) De Lakedaimoniërs hebben een altaar van Apollo Akritas, en een heiligdom, Gasepton genaamd, van Gè. Daarboven staat de Maleatische Apollo. Aan het einde van de Aphetaïsche weg, vlakbij de muur, is een heiligdom van Diktynna en zijn de koninklijke graven van hen die de Eurypontiden heetten. Naast het Hellenion is een heiligdom van Arsinoë, dochter van Leukippos en zuster van de vrouwen van Polydeukes en Kastor. Bij de zogenaamde Forten is een tempel van Artemis, en wanneer je verder gaat zie je een graf dat gemaakt is voor de waarzeggers uit Elis, die Iamiden genoemd worden. (9) Ook is er een heiligdom van Maron en van Alpheios. Van de Lakedaimoniërs die deelgenomen hebben aan de veldtocht naar Thermopyle zouden zij zich na Leonidas zelf het meest onderscheiden hebben. Het heiligdom van Zeus Tropaios is gemaakt door de Doriërs na hun overwinning in de oorlog op de Amyklaiers en andere Achaiers, die in die tijd het Lakedaimonische gebied bezet hielden. Het heiligdom van de Grote Moeder wordt in het bijzonder vereerd. Daarna komt het heroön van Hippolytos, de zoon van Theseus, en dat van de Arkadiër Aulon, de zoon van Tlesimenes. Sommigen zeggen dat Tlesimenes een broer, anderen dat hij een zoon is van Parthenopeios, de zoon van Melanion.
    (10) Vanaf de markt loopt een andere weg, waarlangs het zogeheten Skias gebouwd is. Hier wordt nog altijd de volksvergadering gehouden. Deze Skias zou gebouwd zijn door Theodoros van Samos, de uitvinder van het ijzersmelten en het maken van metalen beelden. Hier hebben de Lakedaimoniërs de cither van Timotheos van Milete opgehangen om uiting te geven aan hun misnoegen over het feit dat hij bij het citherspel aan de zeven oude snaren er vier had toegevoegd. (11) Bij de Skias staat een rond gebouw, waarin beelden van Zeus en Aphrodite, bijgenaamd de Olympische, staan. Dit zou gebouwd zijn door Epimenides, maar ze verschillen over hem in zoverre van mening met de Argivers, dat zij zeggen dat hij nooit oorlog gevoerd heeft tegen de Knossiërs.

  1. Dichtbij ligt het graf van Kynortas, zoon van Amyklas, en het graf van Kastor, waarbij ook een heiligdom gebouwd is. Want ze beweren dat de zonen van Tyndareus pas veertig jaar na het gevecht met Idas en Lynkeus als goden vereerd werden en niet eerder. Bij de Skias laat men ook het graf van Idas en Lynkeus zien. Maar waarschijnlijk zijn zij niet hier, maar in Messenië begraven. (2) De rampspoed van de Messeniërs en de lange duur van hun verbanning van de Peloponnesos heeft veel van hun oude geschiedenis, zelfs na hun terugkeer, in duisternis gehuld en omdat zij het niet weten, kan ieder die dat wil, aanspraak op hen maken.
    De Lakedaimoniërs hebben tegenover de Olympische Aphrodite een tempel van Korè Soteira. Deze zou gebouwd zijn door de Thrakiër Orpheus, maar anderen beweren dat hij door Abaris gebouwd is na zijn komst van de Hyperboreeërs. (3) Karneios, aan wie ze de bijnaam Oiketas geven, ontving in Sparta zelfs nog voor de terugkeer van de Herakliden eerbewijzen en zijn verering vindt plaats in het huis van de ziener Krios, de zoon van Theokles. Toen de dochter van deze Krios water aan het halen was, kwamen Dorische verspieders haar tegen. Ze raakten in gesprek en bij een bezoek aan Krios kregen ze te horen hoe Sparta ingenomen kon worden. (4) De cultus van Apollo Karneios bestaat bij alle Doriërs sinds Karnos, afkomstig uit Akarnanië en waarzegger van Apollo. Toen hij gedood was door Hippotes, de zoon van Phylas, werd het Dorische legerkamp getroffen door de wraak van Apollo. Hippotes werd vanwege de moord verbannen en sindsdien bestaat bij de Doriërs de gewoonte de Akarnanische waarzegger gunstig te stemmen. Maar dit is niet de Lakedaimonische Karneios Oiketas, die vereerd werd in het huis van de ziener Krios, toen de Achaiers Sparta nog in bezit hadden. (5) Er bestaat een gedicht van de dichteres Praxilla, waarin zij schrijft dat Karneios een zoon van Europa en Zeus was en dat Apollo en Leto haar opgevoed hebben. Er wordt nog een ander verhaal over Karneios verteld. Op de Trojaanse Ida groeide in een heilig woud een kornoeljeboom. Deze boom hebben de Grieken omgehakt voor de bouw van het houten paard. Toen ze merkten dat de god vertoornd was probeerden ze hem met offers genadig te stemmen en gaven ze Apollo de bijnaam Karneios naar de kornoeljeboom (kraneia), waarbij ze naar oude gewoonte de r en de a verwisselden. (6) Niet ver van Karneios staat het zogeheten beeld van Aphetaios. Daar is, zegt men, het startpunt van de hardloopwedstrijd van de vrijers van Penelope. Er is een terrein met zuilengalerijen, in een vierkant aangelegd, waar vroeger hun rommelmarkt werd gehouden. Daarbij staat een altaar van Zeus Amboulios en van Athena Amboulia, en van de Dioskouroi, die ook de bijnaam Amboulios hebben.
    (7) Er tegenover is de zogeheten Kolona en een tempel van Dionysos Kolonatas. Hierbij is een heilig domein van de heros, die de gids zou zijn geweest van Dionysos op zijn weg naar Sparta. Aan deze heros offeren de Dionysiaden en Leukippiden voordat ze aan de god offeren. Voor de andere elf vrouwen, die ook Dionysiaden genoemd worden, houden ze een hardloopwedstrijd. Dit gebruik is afkomstig uit Delphi. (8) Niet ver van Dionysos is een heiligdom van Zeus Euanemos, en rechts daarvan een heroön van Pleuron. Niet ver van het heroön is een heuvel, waarop een tempel van de Argivische Hera staat. Deze zou opgericht zijn door Euridike, dochter van Lakedaimon en vrouw van Akrisios, de zoon van Abas. In opdracht van het orakel is er een heiligdom gemaakt van Hera Hypercheiria, toen de Eurotas een groot deel van hun gebied overstroomde. (9) Over een oud houten beeld zeggen ze dat het van Aphrodite Hera is. Het is hun gebruik dat moeders bij het huwelijk van hun dochter aan deze godin offeren. Aan de weg naar de rechterzijde van de heuvel staat een standbeeld van Hetoimokles. Zowel Hetoimokles zelf als zijn vader Hipposthenes waren winnaars van de Olympische worstelwedstrijd. Samen haalden ze elf overwinningen, maar Hipposthenes overtrof zijn zoon met één overwinning.

  1. Wanneer je van de markt in westelijke richting gaat, kom je bij de cenotaaf van Brasidas, de zoon van Tellis. Op kleine afstand van het graf ligt het bezienswaardige theater, van wit marmer. Tegenover het theater staan de graftombes van Pausanias, de generaal in de slag bij Plataiai, en van Leonidas. Ieder jaar worden herdenkingsredes voor hen uitgesproken en wordt een wedstrijd gehouden, waaraan alleen de Spartanen en niemand anders mag deelnemen. De beenderen van Leonidas zijn veertig jaar na de slag door Pausanias uit Thermopyle gehaald. Ook staat er een stele met de namen van hen die in de slag bij Thermopyle gebleven zijn.
    (2) In Sparta is een plaats, die Theomelida genoemd wordt. In dit deel van de stad zijn de graven van de koningen van het geslacht der Agiaden en dicht daarbij is de lesche van de Krotanoi, die tot de Pitanatai horen. Niet ver van dit gebouw is een heiligdom van Asklepios, dat de bijnaam “bij de Agiaden” heeft. Wanneer je verder gaat bereik je de tombe van Tainaros, naar wie de in de zee uitstekende kaap genoemd zou zijn. Daar zijn heiligdommen van Poseidon Hippokourios en Artemis Aiginaia. Wanneer je weer terug gaat naar het gebouw zie je een heiligdom van Artemis Isoria. Zij wordt ook Limnaia genoemd, hoewel ze in feite niet Artemis, maar Britomartis van Kreta is. Haar heb ik behandeld in mijn beschrijving van Aigina. (3) Heel dicht bij de tombes die voor de Agiaden gemaakt zijn zul je een zuil zien, waarop de overwinningen in het hardlopen, die de Lakedaimoniër Chionis in Olympia en elders behaald heeft, vermeld staan. In Olympia waren het zeven overwinningen, vier in de stadionloop, de overige over de dubbele afstand. De hardloopwedstrijd met het schild aan het einde van de spelen werd toen nog niet gehouden. Men vertelt dat Chionis ook deel genomen heeft aan de expeditie van Battos van Thera en hem geholpen heeft met de stichting van Kyrene en de onderwerping van de naburige Libyers. (4) Het heiligdom van Thetis zou om de volgende reden gebouwd zijn. De Lakedaimoniërs voerden oorlog tegen de opstandige Messeniërs, en toen hun koning Anaxander Messenië binnenviel maakte hij een aantal vrouwen krijgsgevangen, onder wie Kleo, een priesteres van Thetis. De vrouw van Anaxander vroeg haar man om deze Kleo, en toen ze ontdekte dat zij het houten beeld van Thetis had stichtte ze samen met haar de tempel. Leandris deed dit vanwege een droom. (5) Het houten beeld van Thetis wordt in het geheim bewaard. De Lakedaimoniërs beweren dat ze Demeter Chthonia vereren omdat Orpheus hun dat overgeleverd heeft, maar volgens mij komt het door het heiligdom in Hermione dat de verering van Demeter Chthonia zich bij hen verbreid heeft. De Spartanen hebben ook een tempel van Serapis, de jongste in de stad, en een van Zeus met de bijnaam Olympios.
    (6) De Lakedaimoniërs noemen de plaats, waar de jongere mannen tot op de dag van vandaag het hardlopen beoefenen, Dromos. Wanneer je vanaf het graf van de Agiaden naar deze Dromos gaat, staat aan de linkerkant de tombe van Eumedes, een van de zonen van Hippokoön. Ook staat er een oud beeld van Herakles, aan wie de Sphaireis offeren. Dit zijn jonge mannen, die op het punt staan over te gaan tot de volwassen leeftijd. In de Dromos zijn twee gymnasia gevestigd, waarvan een gesticht is door de Spartaan Eurykles. Buiten de Dromos tegenover het beeld van Herakles staat een huis dat tegenwoordig in particulier bezit is, maar vroeger van Menelaos was. Een eind voorbij de Dromos zijn heiligdommen van de Dioskouroi, de Chariten, Eileithyia, Apollo Karneios en Artemis Hegemone.
    (7) Het heiligdom van Agnitas staat rechts van de Dromos. Agnitas is een bijnaam van Asklepios, omdat het beeld van de god van het hout van een
    agnos was. De agnos is een soort wilg net als een doorn. Niet ver van Asklepios staat een zegeteken, opgericht naar men zegt door Polydeukes ter gelegenheid van zijn overwinning op Lynkeus. Dit maakt voor mij de overlevering dat de zonen van Aphareus niet in Sparta begraven zijn waarschijnlijk. Bij het begin van de Dromos zijn de Dioskouroi Apheterioi en een eindje verder het heroön van Alkon, die een zoon zou zijn van Hippokoön.
    (8) Naast het heroön van Alkon is een heiligdom van Poseidon, die de bijnaam Domatites heeft. En er is een plaats die Platanistas heet naar de hoge plataanbomen die er in een ononderbroken kring omheen groeien. De plaats zelf, waar de epheben hun gevechten houden, is omgeven door een gracht, zoals een eiland door de zee, en is via bruggen toegankelijk. Op een van de bruggen staat een beeld van Herakles, op de andere een beeld van Lykourgos. Onder de wetten die hij heeft opgesteld voor de hele staatsregeling waren ook regels voor het vechten van de epheben. (9) Ook de volgende handelingen werden door de epheben uitgevoerd. Voor hun gevecht offeren ze in het Phoibaion. Dit ligt buiten de stad, niet ver van Therapne. Elke groep epheben offert een jonge hond aan Enyalos, omdat ze het meest strijdbare huisdier als een geschikt offerdier beschouwen voor de meest strijdbare god. Ik weet dat het bij andere Grieken geen gebruik is jonge honden te offeren, behalve bij de mensen van Kolophon. Zij offeren een zwarte hond aan Enodia. Zowel het offer van de Kolophoniërs als dat van de epheben vindt ’s nachts plaats. (10) Bij het offer laten epheben everzwijnen, die speciaal hiervoor afgericht zijn, met elkaar vechten. De partij, waarvan het everzwijn wint, behaalt meestal de overwinning in de Platanistas. Dit is wat ze in het Phoibaion doen. De volgende dag gaan ze even voor de middag over de bruggen naar de genoemde plaats. De nacht tevoren heeft het lot bepaald langs welke toegang elk van beide partijen naar binnen mag gaan. Bij het vechten gebruiken ze hun handen, ze trappen met hun voeten, ze bijten en proberen elkaar de ogen uit te steken. Op deze manier vechten ze van man tegen man. En als één man stormen ze heftig op elkaar in en duwen elkaar in het water.

  1. Bij de Platanistas is ook een heroön van Kyniska, de dochter van Archidamos, koning van de Spartanen. Zij was de eerste vrouw die paarden fokte en bij de Olympische spelen een overwinning behaalde in de wagenrace. Achter de zuilengalerij die naast de Platanistas gebouwd is staat een heroön van Alkimas, een van Enaraiphoros en op kleine afstand daarvan een van Dorkeus, en daarnaast nog een van Sebros. Men zegt dat zij de zonen van Hippokoön zijn. (2) Naar Dorkeus noemt men de bron vlakbij het heroön Dorkeia en de plaats Sebrion naar Sebros. Rechts van Sebrion is het graf van de dichter Alkman. Aan de charme van zijn gedichten wordt geen afbreuk gedaan door het Lakonische dialect, hoewel dit toch helemaal niet welluidend is. (3) Er zijn heiligdommen van Helena en Herakles. Dat van Helena is dichtbij het graf van Alkman en dat van Herakles vlakbij de muur. Hierin staat een beeld van Herakles in wapenrusting. De reden dat hij op deze manier afgebeeld is zou zijn gevecht met Hippokoön en zijn zonen zijn. De vijandschap van Herakles tegen het huis van Hippokoön zou begonnen zijn doordat zij weigerden hem in Sparta te reinigen toen hij na de dood van Iphitos daarheen kwam om de reinigingsrituelen te ondergaan.
    (4) Maar er was nog een ander incident dat er toe bijdroeg dat de vijandschap begon. Oionos, een neef van Herakles – hij was de zoon van Likymnos, de broer van Alkmene – was nog een jongen toen hij met Herakles in Sparta aankwam. Hij liep rond om de stad te bekijken, maar toen hij bij het huis van Hippokoön was, werd hij aangevallen door de waakhond van het huis. Oionos gooide een steen en raakte de hond. Daarop renden de zonen van Hippokoön naar buiten en sloegen hem met hun knuppels dood. Dit maakte Herakles razend van woede op Hippokoön en zijn zonen en woedend als hij was raakte hij meteen verwikkeld in een gevecht met hen. Hierbij raakte hij gewond en ging ongemerkt weer weg. Maar later trok hij tegen Sparta ten strijde en slaagde erin wraak te nemen op Hippokoön en ook op zijn zonen voor de moord op Oionos. Het graf van Oionos is naast het Herakleion.
    (6) Wanneer je vanaf de Dromos oostwaarts gaat loopt er rechts een pad, waaraan een heiligdom van Athena, die Axiopoinos genoemd wordt, ligt. Toen Herakles namelijk bij zijn wraakneming op Hippokoön en zijn zonen hun de verdiende straf voor wat ze gedaan hadden toegediend had, stichtte hij een heiligdom van Athena en gaf haar de naam Axiopoinos, omdat de mensen van vroeger voor vergelding het woord “poina” gebruikten. Er is nog een heiligdom van Athena wanneer je de andere weg vanaf de Dromos neemt. Dit zou gesticht zijn door Theras, de zoon van Autesion, zoon van Tisamenos, zoon van Thesander, toen hij een kolonie ging stichten op het eiland dat zijn naam aan Theras ontleend heeft, maar dat vroeger Kalliste heette. (7) Dichtbij staat een tempel van Hipposthenes, die heel veel overwinningen bij het worstelen behaald heeft. Op grond van een orakelspreuk vereren ze Hipposthenes door hem eerbewijzen toe te kennen als aan Poseidon. Tegenover de tempel staat een oud beeld van een geboeide Enyalos. Met dit beeld willen de Lakedaimoniërs hetzelfde tot uitdrukking brengen als de Atheners met de zogeheten Nikè Apteros; de Lakedaimoniërs denken namelijk dat Enyalos hen nooit zal verlaten wanneer hij door boeien vastgehouden wordt en de Atheners dat Nikè daar altijd zal blijven omdat ze geen vleugels heeft. Op deze manier en met deze overtuiging hebben deze steden de houten beelden opgericht.
    (8) In Sparta staat een hal die Poikilè genoemd wordt. Hierbij staat een heroön van Kadmos, de zoon van Agenor, en van zijn nakomelingen Oiolykos, zoon van Theras, en Aigeus, zoon van Oiolykos. Deze heiligdommen zouden door Maisis, Laias en Europas, zonen van Aigeus’ zoon Hyraios, gebouwd zijn. Ook voor Antilochos hebben ze een heroön gebouwd, omdat Demonassa, een zuster van Amphilochos, de moeder van hun voorvader Tisamenos was.
    (9) De Lakedaimoniërs zijn de enige Grieken die Hera de bijnaam Aigophagos geven en geiten aan de godin offeren. Herakles heeft, vertellen ze, het heiligdom gesticht en voor het eerst geiten geofferd omdat Hera hem bij zijn strijd tegen Hippokoön en zijn zonen niets in de weg gelegd heeft, hoewel de godin hem, zoals hij vermoedde, bij zijn andere ondernemingen steeds tegenwerkte. Bij gebrek aan andere soorten offerdieren zou hij geiten geofferd hebben. (10) Niet ver van het theater is een heiligdom van Poseidon Genethlios, een heroön van Kleodaios, zoon van Hyllos, en een van Oibalos. Het beroemdste van hun Asklepiostempels staat bij Boöneta, en links daarvan staat een heroön van Teleklos. Hem zal ik later behandelen in de beschrijving van Messenië. Een eindje verder is een kleine heuvel, waarop een oude tempel staat met een houten beeld van een bewapende Aphrodite. Het is een heiligdom van Morpho en de enige tempel die ik ken waarop een bovenverdieping gebouwd is. (11) Morpho is een bijnaam van Aphrodite. Zij zit gesluierd en met boeien aan haar voeten. Tyndareus zou haar die boeien aangedaan hebben om zo de echtelijke trouw van vrouwen te symboliseren. Het andere verhaal, dat Tyndareus de godin met de boeien strafte omdat hij dacht dat de schande voor zijn dochters van Aphrodite afkomstig was, geloof ik helemaal niet. Want het zou wel erg onnozel zijn te verwachten dat je een godin straft door een cederhouten beeld te maken en dat dan Aphrodite te noemen.

  1. Dichtbij is een heiligdom van Hilaeira en Phoibe. De dichter van de Kypria zegt dat zij dochters van Apollo zijn. Jonge meisjes, die net als de godinnen zelf Leukippides genoemd worden, doen dienst als priesteressen. Een van de beelden was verfraaid door een zekere Leukippis, die de godinnen als priesteres diende. In plaats van het oude gelaat gaf ze het beeld een nieuw gelaat, dat in de stijl van onze tijd gemaakt is. Maar in een droom kreeg ze het verbod ook het andere beeld te verfraaien. Aan het dak hangt hier, vastgemaakt met banden, een ei. Dit zou het ei zijn dat volgens de legende Leda gelegd heeft. (2) Ieder jaar weven de vrouwen voor Apollo in Amyklai een chiton en de kamer waar zij weven heet ook Chiton. Dicht hierbij staat een huis. Dit zou oorspronkelijk bewoond zijn door de zonen van Tyndareus, maar later kwam het in bezit van de Spartaan Phormion. Bij hem kwamen de Dioskouroi, terwijl ze zich voordeden als vreemdelingen. Ze zeiden dat ze uit Kyrene kwamen, verzochten onderdak bij hem en vroegen om de kamer die ze het prettigst gevonden hadden toen ze nog onder de mensen waren. (3) Maar Phormion drong er bij hen op aan hun intrek te nemen in een andere kamer van het huis, welke ze ook maar wilden, en zei dat hij hun die bewuste kamer niet kon geven, omdat zijn jonge dochter daar woonde. De volgende dag was het meisje met haar hele hebben en houden verdwenen en in de kamer werden beelden van de Dioskouroi en een tafel, waarop silphion lag, gevonden. (4) Dit zou zo gebeurd zijn. Wanneer je vanaf de Chiton in de richting van het poortgebouw gaat is er een heroön van Chilon, die als een van de zeven wijzen beschouwd wordt, en van Athenodoros, een van de deelnemers aan de expeditie van Dorieus, de zoon van Anaxandrides, naar Sicilië. Zij hebben deze tocht ondernomen omdat ze van mening waren dat het Erykinische gebied aan de nakomelingen van Herakles toebehoorde en niet aan de barbaren die het toen in bezit hadden. Het verhaal luidt dat Herakles met Eryx geworsteld heeft, waarbij de afspraak gemaakt was dat als Herakles zou winnen, het gebied hem zou toebehoren en als hij zou verliezen, Eryx zou vertrekken met de runderen van Geryones. (5) Herakles was toen juist bezig die weg te voeren, en toen ze naar Sicilië overgezwommen waren stak hij ook over om ze te zoeken bij de gebogen olijfboom. De goden waren Herakles beter gezind dan later Dorieus. Herakles doodde Eryx, Maar Dorieus zelf en het grootste deel van zij leger werden omgebracht door de mannen van Egesta.
    (6) De Lakedaimoniërs hebben ook voor Lykourgos, de wetgever, een heiligdom gebouwd als voor een god. Achter de tempel is het graf van Lykourgos’ zoon Eukosmos, en bij het altaar dat van Lathra en Anaxandra. Zij waren tweelingzusters en daarom namen de zonen van Aristodemos, ook een tweeling, hen als vrouw. Ze waren dochters van Thersander, de zoon van Agamedidas, koning van de Kleonaiers en afstammelingen in de vierde generatie van Ktesippos, zoon van Herakles. Tegenover de tempel is het graf van Theopompos, zoon van Nikander, en het graf van Eurybiades, de bevelhebber van de Lakedaimonische vloot in de zeeslag bij Artemision en Salamis tegen de Perzen. Hier dichtbij is het zogeheten heroön van Astrabakos. (7) De plaats die Limnaion heet is gewijd aan Artemis Orthia. Over het houten beeld zeggen ze dat dit het beeld is, dat eens door Orestes en Iphigeneia uit het Taurische land weg gesmokkeld is. De Lakedaimoniërs hebben het volgens hen naar hun land gebracht toen Orestes daar koning was. Volgens mij is hun versie van het verhaal waarschijnlijker dan de Atheense versie. Want waarom zou Iphigeneia het beeld in Brauron achtergelaten hebben? Of waarom zouden de Atheners, toen ze voorbereidingen troffen hun land te evacueren, ook dit beeld niet ingescheept hebben? (8) En toch is de faam van de Taurische godin tot op heden zo groot gebleven, dat de Kappadokiërs en de mensen die aan de Zwarte zee wonen beweren dat het beeld zich bij hen bevindt, net als de Lykiërs die een heiligdom van Artemis Anaiitis hebben. Maar het kan de Atheners blijkbaar niet zo veel schalen dat het beeld door de Perzen buit gemaakt is. Want het beeld uit Brauron is naar Sousa gebracht en naderhand door Seleukos aan de Syriërs in Laodikea gegeven. Zij hebben het nog steeds in bezit. (9) Er zijn bovendien bewijzen dat de Orthia in Lakedaimon het houten beeld uit het land van de barbaren is. Ten eerste werden Astrabakos en Alopekos, de zonen van Irbos, zoon van Amphisthenes, zoon van Amphikles, zoon van Agis, krankzinnig toen ze het beeld gevonden hadden. En verder kregen de Spartanen uit Limnai, Kynosouria, Mesoa en Pitane bij het offeren aan Artemis zo’n hevige ruzie met elkaar dat dit op moord en doodslag uitliep. Velen zijn bij het altaar gedood en de overigen bezweken door ziekte. (10) Daarop kregen ze een orakelspreuk dat ze het altaar in moesten smeren met menselijk bloed. De gewoonte was dat iemand door het lot aangewezen werd om geofferd te worden. Maar Lykourgos heeft dit veranderd door epheben te laten geselen en het altaar met hun bloed te besmeren. De priesteres staat bij hen en houdt het beeld vast.
    (11) Dit is, doordat het klein is, niet zwaar, maar wanneer de beulen bij het geselen een jonge man om zijn schoonheid of hoge positie ontzien, wordt het houten beeld plotseling zo zwaar dat de vrouw het nauwelijks kan dragen. De verantwoordelijkheid hiervoor legt ze bij de beulen en zegt dat het hun schuld is dat zij er onder gebukt gaat. Zo wordt het beeld sinds de offers in Tauris tevreden gesteld met menselijk bloed. Ze wordt niet alleen Orthia, maar ook Lygodesma genoemd, omdat het beeld in een wilgenbos gevonden is en de wilgentakken die er omheen gebonden waren het rechtop hielden.

  1. Niet ver van de Orthia is een heiligdom van Eileithyia. Ze zouden dit gebouwd hebben en Eileithyia als godin zijn gaan vereren omdat ze een orakelspreuk uit Delphi gekregen hadden. De Lakedaimoniërs hebben geen akropolis, die opvallend hoog boven de stad uitsteekt, zoals de Kadmeia in Thebe of de Larisa in Argos. Er zijn wel enkele heuvels in de stad en de hoogste daarvan noemen ze akropolis. (2) Hier staat een tempel van Athena, die zowel Poliouchos als Chalkioikos genoemd wordt. Tyndareus is volgens hen met de bouw hiervan begonnen. Na zijn dood hebben zijn zonen geprobeerd het gebouw te voltooien, waarbij ze de buit uit Aphidna wilden gebruiken om de bouw te financieren. Maar ook zij hebben het onvoltooid achtergelaten en de Lakedaimoniërs hebben vele jaren later zowel de tempel als het bronzen beeld van Athena gemaakt. Gitiadas, een man uit de streek, was de bouwmeester. Hij heeft ook verscheidene liederen in het Dorisch gedicht, waaronder een hymne op de godin. (3) Veel afbeeldingen van werken van Herakles en veel prestaties die hij vrijwillig verricht heeft zijn in brons afgebeeld; verder daden van de zonen van Tyndareus, onder andere de roof van de dochters van Leukippos; dan is er nog Hephaistos die zijn moeder uit de boeien bevrijdt. Dit verhaal heb ik al eerder verteld in de beschrijving van Attika. De nimfen zijn afgebeeld terwijl ze aan Perseus voor zijn onderneming tegen Medousa in Libyë een helm en de schoenen, waarmee hij door de lucht gedragen wordt, geven. Verder zijn er afbeeldingen van de geboorte van Athena, Amphitrite en Poseidon, de grootste en naar mijn mening meest bezienswaardige afbeeldingen. (4) Er is nog een tweede heiligdom van Athena, met de bijnaam Erganè. Als je naar de zuidelijke zuilengalerij gaat is er een tempel van Zeus, bijgenaamd Kosmetas, en daarvoor is het graf van Tyndareus. De westelijke zuilengalerij heeft twee adelaars, waarop twee Nikè-figuren staan, een wijgeschenk van Lysander ter herinnering aan zijn beide wapenfeiten, namelijk zijn overwinning op Antiochos, de kapitein van Alkibiades en de Atheense triëren bij Ephesos en later de vernietiging van de Atheense vloot bij Aigospotamoi.
    (5) Links van de Chalkioikos hebben ze een heiligdom van de Muzen gesticht, omdat de Lakedaimoniërs niet onder begeleiding van de klank van trompetten ten strijde trekken, maar met muziek van fluiten en getokkel op lier en cither. Achter de Chalkioikos is een tempel van Aphrodite Areia. De houten beelden behoren tot de oudste elk in Griekenland. (6) Rechts van de Chalkioikos staat een beeld van Zeus Hypatos, de oudste van alle bronzen beelden. Het is niet uit één stuk gemaakt, maar de delen zijn afzonderlijk gesmeed en aan elkaar gevoegd met klinknagels, die voorkomen dat ze weer uiteen vallen. Het beeld zou gemaakt zijn door Klearchos uit Rhegion, die volgens sommigen een leerling van Dipoinos en Skyllis was en volgens anderen van Daidalos zelf. Bij de zogeheten Skenoma (tent) staat een standbeeld van een vrouw, waarvan ze zeggen dat het Euryleonis, die bij de Olympische spelen de tweespanwedstrijd gewonnen heeft, voorstelt.
    (7) Naast het altaar van de godin van Chalkioikos staan twee beelden van Pausanias, de bevelhebber bij Plataiai. Zijn geschiedenis zal ik niet vertellen, omdat die algemeen bekend is. Wat vroeger daarover geschreven is moet voldoende zijn. Ik wil slechts toevoegen wat ik van iemand uit Byzantion gehoord heb, namelijk dat het verraad van Pausanias ontdekt werd en hij de enige was van degenen, die smekeling bij de Godin van Chalkioikos waren, die geen amnestie kreeg, alleen omdat hij niet in staat was zijn bloedschuld af te wissen. (8) Want toen hij zich met de schepen van de Lakedaimoniërs en andere Grieken in de buurt van de Hellespont ophield, had hij zijn zinnen gezet op een meisje uit Byzantion. In het begin van de nacht werd Kleonike – dat was de naam van het meisje – door de mannen die daartoe opdracht gekregen hadden bij hem gebracht. Pausanias was intussen in slaap gevallen, maar door het lawaai schrok hij wakker. Want toen ze bij hem kwam, stootte ze per ongeluk de brandende lamp om. Omdat Pausanias zich er bewust van was dat hij bezig was verraad tegen Griekenland te plegen en daarom angstig en onrustig was, sprong hij meteen overeind en stak het meisje met zijn zwaard neer.
    (9) Deze bloedschuld kon Pausanias niet ontlopen, hoewel hij alle mogelijke reinigingsrituelen onderging en smekeling werd van Zeus Phyxios en ook naar de dodenbezweerders in Phigalia in Arkadia ging. Maar hij betaalde een passende vergelding aan Kleonike en de godin. Om aan een opdracht uit Delphi te voldoen maakten de Lakedaimoniërs de bronzen beelden en vereerden ze de demon Epidotes, omdat deze, zoals ze zeiden, de toorn van Hikesios vanwege Pausanias wegnam.

  1. Dichtbij de standbeelden van Pausanias staat een beeld van Athena Amblogera, opgericht in opdracht van een orakel, en beelden van Hypnos en Thanatos. Zij worden, net als in de Ilias, als broers beschouwd. (2) Wanneer je naar het zogeheten Alpion gaat is daar een tempel van Athena Ophthalmitis. Deze zou door Lykourgos gesticht zijn, toen hem een oog uitgeslagen was door Alkandros, omdat de wetten, die Lykourgos gemaakt had, hem niet aanstonden. Toen hij naar deze plaats gevlucht was, werd hij door de Lakedaimoniërs verdedigd om te voorkomen dat hij ook zijn andere oog zou verliezen en zo heeft hij een tempel van Athena Ophthalmitis gebouwd.
    (3) Een eindje daarvandaan staat een heiligdom van Ammon. Van begin af aan schijnen de Lakedaimoniërs het meest van alle Grieken het orakel in Libye geraadpleegd te hebben. Er wordt verteld dat toen Lysander Aphytis in Pallene belegerde, Ammon hem ’s nachts verscheen en verklaarde dat het voor hem en voor Lakedaimon beter zou zijn een einde aan de oorlog tegen Aphytis te maken. En zo heeft Lysander de belegering opgeheven en de Lakedaimoniërs er toe gebracht de god nog meer te vereren. De burgers van Aphytis vereren Ammon niet minder dan de Ammonische Libyers.
    (4) De overlevering over Artemis Knagia is als volgt. Knageus, een streekbewoner, zou deelgenomen hebben aan de tocht van de Dioskouroi tegen Aphidna. Hij werd in de strijd krijgsgevangen gemaakt en naar Kreta verkocht. Daar leefde hij als slaaf op de plaats waar de Kretenzers een heiligdom van Artemis hebben. Na verloop van tijd ontsnapte hij en ging er vandoor met het meisje dat daar priesteres was en het beeld met zich mee nam. Daarom heeft Artemis de naam Knagia gekregen. (5) Maar volgens mij is Knageus om een heel andere reden in Kreta gekomen en niet om de reden die de Lakedaimoniërs vertellen. Ik denk namelijk dat er helemaal geen strijd tegen Aphidna geweest is. Want Theseus werd bij de Thesprotiërs vastgehouden en onder de Atheners, wier sympathie naar Menestheus neigde, heerste verdeeldheid. En zelfs wanneer er een strijd geweest was, zou niemand kunnen geloven dat van de overwinnaars krijgsgevangenen genomen werden, vooral wanneer de overwinning zo groot geweest was dat Aphidna zelf veroverd was. Tot zover deze discussie.
    (6) Wanneer je uit Sparta naar Amyklai afdaalt, is er de rivier Tiasa. Ze geloven dat Tiasa een dochter van Eurotas is. Daar staat een heiligdom van de Chariten Phaenna en Kleta, zoals Alkman hen in een gedicht noemt. Lakedaimon zou hier het heiligdom gesticht hebben en hen de namen gegeven hebben.
    (7) De bezienswaardigheden in Amyklai zijn: een grafzuil van een vijfkamper, Ainetas genaamd. Hij zou na zijn overwinning op de Olympische spelen gestorven zijn terwijl hij zijn zegekrans nog droeg. Van hem staat er een beeld en er zijn bronzen drievoeten. De oudsten daarvan zouden het tiende deel van de buit van de Messeense oorlog zijn. (8) Onder de eerste drievoet stond een beeld van Aphrodite, onder de tweede Artemis. Zowel de drievoeten als de afbeeldingen daarop zijn het werk van Gitiadas. De derde drievoet is gemaakt door Kallon van Aigina. Hieronder staat een beeld van Kore, dochter van Demeter. Verder staan er beelden van Aristandros van Paros en Polykleitos van Argos. Van de eerste een vrouw met een lier, vermoedelijk Sparta, van Polykleitos een Aphrodite, die “naast de Amyklaier” wordt genoemd. Deze drievoeten zijn groter dan de andere en gewijd uit de buit van de overwinning bij Aigospotamoi. (9) Van Bathykles uit Magnesia, die de troon van de Amyklaier gemaakt heeft, staan er als wijgeschenken voor het voltooien van de troon beelden van de Chariten en een beeld van Artemis Leukophryene. Van wie deze Bathykles leerling geweest is en wie koning was van de Lakedaimoniërs toen hij de troon maakte, laat ik terzijde, maar ik heb de troon gezien en ik zal hem beschrijven. (10) Aan de voorkant wordt hij, net als aan de achterkant, gedragen door twee Chariten en twee Horai. Links staan Echidna en Typhos, rechts Tritons. Om iedere afbeelding tot in details te beschrijven zou de lezers al te veel moeite en last bezorgen. Omdat het merendeel niet onbekend is, geef ik een beknopt overzicht. Poseidon en Zeus dragen Taygetes, dochter van Atlas, en haar zuster Alkyone. Ook zijn er voorstellingen van Atlas, het tweegevecht tussen Herkles en Kyknos en de strijd van de Kentauren bij Pholos. (11) Waarom Bathykles de zogenaamde Minotauros, die gebonden is en levend door Theseus meegevoerd wordt, afgebeeld heeft, weet ik niet. Ook is er een koor van Phaiaken op de troon en een zingende Demodokos. De strijd van Perseus tegen Medousa is afgebeeld. Als je voorbij gaat aan het gevecht van Herakles met de gigant Thourios en de strijd van Tyndareus met Eurytos volgt de roof van de dochters van Leukippos. Dionysos en Herakles zijn afgebeeld. Dionysos, nog een kind, wordt door Hermes naar de hemel gebracht, terwijl Athene Herakles meeneemt om voortaan bij de goden te wonen.
    (12) Peleus geeft Achilles aan Cheiron om hem op te voeden. Volgens de overlevering was Cheiron ook zijn leermeester. Kephalos is er, om zijn schoonheid geroofd door Hemera en de goden brengen geschenken voor het huwelijk van Harmonia. Er is een voorstelling van het tweegevecht tussen Achilles en Memnon, en van Herakles die wraak neemt op de Thrakiër Diomedes en op Nessos bij de rivier Euenos. Hermes brengt de godinnen bij Alexander die zijn oordeel zal vellen, Adrastos en Tydeus proberen een eind te maken aan het gevecht tussen Amphiaraos en Lykourgos, de zoon van Pronax. (13) Hera tuurt naar Io, de dochter van Inachos, die al in een koe veranderd is, en Athene vlucht voor Hephaistos, die haar achterna zit. Dan zijn er twee werken van Herakles afgebeeld, het doden van de Hydra en hoe hij de hond van Hades uit de onderwereld haalde. Anaxias en Mnasinous zitten beiden op een paard, en er is één paard dat zowel Megapenthes, de zoon van Menelaos, als Nikostratos draagt. Bellerophontes doodt het Lykische monster en Herakles drijft de runderen van Geryones weg. (14) Aan de bovenrand van de troon zitten de zonen van Tyndareus op paarden, een aan elke kant. Onder de paarden zijn sfinxen en naar boven rennende dieren, aan de ene kant een panter en aan de andere kant naast Polydeukes een leeuwin. Helemaal bovenaan de troon is een reidans afgebeeld, de Magnesiërs die Bathykles geholpen hebben bij het maken van de troon. (15) Onder aan de troon staat aan de binnenkant vanaf de Tritons de jacht op het Kalydonische everzwijn en Herakles die de zonen van Aktor doodt. Kalaïs en Zetes verjagen de Harpijen van Phineus. Peirithoös en Theseus hebben Helena geroofd en Herakles wurgt de leeuw. Apollo en Artemis schieten Tityos neer. Het gevecht van Herakles met de Kentaur Oreios is afgebeeld en dat van Theseus met de Minotauros. Ook is er een voorstelling van de worsteling van Herakles met Acheloös en het verhaal hoe Hera door Hephaistos vastgebonden werd, de lijkspelen die Akastos ter ere van zijn vader hield en het verhaal over Menelaos en de Egyptische Proteus uit de Odyssee. Tenslotte is Admetos er, die een everzwijn en een leeuw voor zijn wagen spant en de Trojanen die plengoffers brengen aan Hektor.

  1. Het deel van de troon waar de god moet zitten is niet helemaal aaneengesloten, maar heeft meerdere zetels. Naast iedere zetel is een lege ruimte. De ruimte in het midden is het grootst en daar staat het beeld. (2) Ik ken niemand die de hoogte van het beeld opgemeten heeft, maar naar schatting komt het op ongeveer dertig el. Het is geen werk van Bathykles, maar het is oud en artistiek niet erg mooi. Het heeft een gezicht, voeten en handen, maar verder lijkt het een bronzen zuil. Op het hoofd heeft het een helm en in zijn handen een speer en een boog. (3) De sokkel van het beeld heeft de vorm van een altaar. Hyakinthos zou hier begraven liggen, en bij de Hyakinthia worden voor het offer aan Apollo bij dit altaar door een bronzen deur dodenoffers aan Hyakinthos gebracht. Deze deur is aan de linkerkant van het altaar. Op het altaar is aan de ene kant een voorstelling van Biris en aan de andere kant Amphitrite en Poseidon. Dichtbij Zeus en Hermes die met elkaar in gesprek zijn staan Dionysos en Semele, en naast haar Ino. (4) Op het altaar staan ook sculpturen van Demeter, Kore en Plouto, en bij hen de Moiren en de Horai samen met Aphrodite, Athene en Artemis. Zij begeleiden Hyakinthos en Polyboia, de zuster van Hyakinthos, die als een jong meisje gestorven is, naar de hemel. Dit beeld van Hyakinthos heeft een baard, maar Nikias, de zoon van Nikomedes, heeft hem geschilderd in het prille begin van zijn jeugdige schoonheid, waarmee hij zinspeelt op de mythe over de liefde van Apollo voor Hyakinthos. (5) Ook is op het altaar Herakles afgebeeld op het moment dat hij door Athene en de andere goden naar de hemel gebracht wordt. Ook de dochters van Thestios zijn op het altaar, en de Muzen en de Horai. De verhalen over Zephyros en hoe Hyakinthos onbedoeld door Apollo gedood is en over de bloem, moeten we maar aannemen zoals ze verteld worden, hoewel het in werkelijkheid misschien heel anders gegaan is.
    (6) Amyklai is verwoest door de Doriërs en is sinds die tijd een dorp gebleven. Als bezienswaardigheid had het een heiligdom en beeld van Alexandra. De Amyklaiers zeggen dat Alexandra dezelfde is als Kassandra, de dochter van Priamos. Er is daar een standbeeld van Klytaimnestra en een graf, waarvan men denkt dat het van Agamemnon is. De goden die de inwoners vereren zijn Amyklaios en Dionysos, aan wie ze, geheel terecht volgens mij, de bijnaam Psilax geven. Want “psila” is het Dorische woord voor vleugels en wijn beurt de mensen op en maakt hun geest even licht als vleugels dat met vogels doen. Dit zijn de dingen die Amyklai te bieden heeft en die verdienen vermeld te worden.
    (7) Vanuit de stad loopt een andere weg naar Therapne. Aan deze weg staat een houten beeld van Athene Alea. Voordat je de Eurotas oversteekt is een klein eindje boven de oever een heiligdom van Zeus Plousios te zien. Na het oversteken zie je een tempel van Asklepios Kotyleus, gebouwd door Herakles, die Asklepios deze naam gegeven heeft toen hij genezen was van de verwonding aan zijn heup, die hij in een eerder gevecht met Hippokoön en zijn zonen opgelopen had. Van alles wat langs de weg gebouwd is, is het heiligdom van Ares het oudst. Dit ligt links van de weg, en het beeld zou door de Dioskouroi uit Kolchis meegebracht zijn. (8) Ze geven hem de bijnaam Theritas, naar Thero, die de voedster van Ares geweest zou zijn. Maar misschien hebben ze de naam Theritas van de Kolchiërs gehoord. De Grieken kennen namelijk geen Thero, voedster van Ares. Volgens mij heeft Ares de bijnaam Theritas niet van zijn voedster gekregen, maar omdat iemand, die een vijand in de strijd ontmoet, geen enkele mildheid aan de dag mag leggen, zoals Homeros over Achilles heeft geschreven: “met razende woede gaat hij als een leeuw te keer.”
    (9) De plaats Therapne is genoemd naar de dochter van Lelex. Er is een tempel van Menelaos en volgens de overlevering zijn Menelaos en Helena er begraven. Maar de Rhodiërs zijn het hier niet mee eens en beweren dat Helena na de dood van Menelaos en nog tijdens de omzwervingen van Orestes achtervolgd door Nikostratos en Megapenthes naar Rhodos gekomen is, omdat ze bevriend was met Polyxo, de vrouw van Tlepolemos. (10) Want Polyxo was, zeggen ze, van Argivische afkomst en toen ze al getrouwd was met Tlepolemos vergezelde ze hem op zijn vlucht naar Rhodos. In die tijd was zij, met een weeskind achtergebleven, koningin op het eiland. Deze Polyxo wilde wraak nemen op Helena voor de dood van Tlepolemos. Daarom stuurde zij, toen ze haar in haar macht had, dienaressen, verkleed als Eryniën, op haar af, terwijl ze aan het baden was. Deze vrouwen grepen haar en hingen haar op aan een boom. Daarom hebben de Rhodiërs een heiligdom van Helena Dendritis. (11) Ik ken nog een ander verhaal over Helena, dat de mensen van Kroton vertellen en waarmee de mensen van Himera het eens zijn. In de Zwarte zee ligt bij de monding van de Istros een eiland dat aan Achilles gewijd is. De naam van dit eiland is Leukè. Het heeft een omtrek van twintig stadiën en is over de hele oppervlakte dicht bebost en vol met wilde en tamme dieren. Er staat een tempel met een beeld van Achilles. (12) Leonymos van Krotona is volgens de overlevering de eerste die hierheen gevaren is. Toen de Krotonenzen in oorlog waren met de Lokriërs uit Italië, riepen zij , zich beroepend op hun verwantschap met de Opyntiërs, Aias, de zoon van Oïleus te hulp. Leonymos, de aanvoerder van Krotona, viel de tegenstanders aan op het punt waar, zoals hij gehoord had, Aias in de frontlinie opgesteld was. Hij liep een verwonding aan zijn borst op en omdat hij daardoor erg verzwakt was, ging hij naar Delphi. Daar aangekomen stuurde de Pythia hem naar Leukè en zei dat Aias hem daar verschijnen zou en hem genezen zou van zijn wond. (13) Toen hij na zijn genezing weer van Leukè thuis gekomen was, beweerde hij steeds weer dat hij Achilles gezien had, en ook Aias, de zoon van Oïleus, en Aias, de zoon van Telamon. Bovendien waren volgens hem Patroklos en Antilochos bij hen. Helena was met Achilles getrouwd en had hem opgedragen naar Stesichoros in Himera te varen en te vertellen dat het verlies van zijn ogen te wijten was aan de wraak van Helena. Daarom heeft Stesichoros zijn Palinodia gedicht.

  1. In Therapne heb ik de bron Messeïs gezien. Sommige Lakedaimoniërs hebben beweerd dat de naam Messeïs oorspronkelijk niet aan de bron in Therapne gegeven is, maar aan de bron die tegenwoordig Polydeukea heet. Deze bron Polydeukea en het heiligdom van Polydeukes bevinden zich rechts van de weg. (2) Niet ver van Therapne ligt het zogeheten Phobaion en daarin staat een tempel van de Dioskouroi. Hier offeren de epheben aan Enyalos. Niet ver daarvandaan staat een heiligdom van Poseidon met de bijnaam Gaiaochos. Als je wat verder in de richting van het Taygetosgebergte gaat kom je bij een plaats die Alesiai heet. Volgens de overlevering heeft Myles hier de molen uitgevonden en voor het eerst graan gemalen. Ze hebben een heroön van Lakedaimon, de zoon van Taygete. (3) Wanneer je daarvandaan de rivier Phellia oversteekt en de weg neemt, die via Amyklai rechtstreeks naar zee loopt, bereik je de plaats, waar vroeger de Lakonische stad Pharis lag. Wanneer je vanaf de Phellia naar rechts afslaat kom je bij de weg naar het Taygetosgebergte. In de vlakte is een heilig domein van Zeus Messapeus, wiens naam volgens de verhalen ontleend is aan een man die de god als priester diende. Wanneer je vanaf dit punt de Taygetos weer verlaat kom je bij een plaats waar vroeger de stad Bryseai lag. Er is daar nog een tempel en een beeld van Dionysos onder de blote hemel. Alleen vrouwen mogen het inwendige van de tempel zien, omdat zij alleen de geheime offerrituelen uitvoeren. (4) Boven Bryseai steekt de Taleton, een van de toppen van de Taygetos, uit. Deze is aan Helios gewijd en tot de offers die aan Helios gebracht worden behoren ook paarden. Ik weet dat het ook bij de Perzen gebruikelijk is paarden te offeren. Niet ver van Taleton ligt de plaats Euoras, waar verschillende soorten wilde dieren leven, en vooral wilde geiten. Overigens is het hele Taygetosgebergte een jachtgebied met wilde geiten en zwijnen, en in het bijzonder van herten en beren. (5) Tussen de Taleton en Euoras ligt een plaats, waar Leto vanaf de toppen van de Taygetos zou …….. is een heiligdom van Demeter met de bijnaam Eleusinia. Volgens de Lakedaimoniërs is Herakles daar verborgen door Asklepios, toen hij genas van zijn verwondingen. Er is ook een houten beeld van Orpheus, een werk, zeggen ze, van de Pelasgen. (6) Ik weet dat hier ook de volgende rite uitgevoerd wordt. Aan de zee lag een stad, Helos, die Homeros ook in de lijst van de Lakedaimoniërs noemt:
    “Zij bewoonden Amyklai en Helos, een aan zee gelegen stad.”
    Deze stad is door Helios, de jongste zoon van Perseus, gesticht. Later hebben de Doriërs hem belegerd en veroverd en waren de inwoners de eersten, die staatsslaven van de Lakedaimoniërs waren en heloten genoemd werden, wat ze in feite ook waren. Voor de slaven die later verworven werden raakte, hoewel ze Doriërs uit Messene waren, ook de benaming heloten in zwang, net zoals het hele Griekse volk Hellenen genoemd werd naar de streek in Thessalië die eens Hellas heette. (7) Vanuit dit Helos wordt op bepaalde dagen een houten beeld van Kore, dochter van Demeter, naar het Eleusinion gebracht. Op een afstand van vijftien stadiën van het Eleusinion ligt het Lapithaion, genoemd naar Lapithes, een locale heros. Dit Lapithaion ligt dus in het Taygetosgebergte, en niet ver daarvandaan ligt Dereion. Hier staat in de open lucht een beeld van Artemis Dereatis en daarnaast is een bron die Anonos genoemd wordt. Ongeveer twintig stadiën voorbij Dereion is Harpleia, dat tot aan de vlakte reikt.
    (8) Aan de weg van Sparta naar Arkadië staat in de open lucht een beeld van Athene, bijgenaamd Pareia, en daarachter is een heiligdom van Achilles. Dit mag niet geopend worden, maar de epheben die aan de wedstrijden in de Platanistas gaan deelnemen offeren voor hun strijd aan Achilles. Volgens de Spartanen is dit heiligdom voor hen gemaakt door Prax, een kleinzoon van Pergamos, de zoon van Neoptolemos. (9) Wat verder ligt het zogeheten Graf van het Paard. Tyndareus liet namelijk, nadat hij daar een paard geofferd had, de vrijers van Helena op de uitgesneden ingewanden van het paard staan en nam hen de eed af, die inhield dat zij Helena en de man, die als haar echtgenoot uitverkoren werd, zouden verdedigen als hun onrecht zou overkomen. Na het afnemen van de eed begroef hij het paard daar. Niet ver van dit graf staan zeven zuilen, op de oude manier, denk ik, waarvan ze zeggen dat het beelden van planeten zijn. Langs de weg is een heilig domein van Kranios, bijgenaamd Stemmatios, en een heiligdom van Artemis Mysia. (11) Het beeld van Aidoos, dat ongeveer dertig stadiën van de stad staat, zou een wijgeschenk van Ikarios zijn, en is om de volgende reden gemaakt. Toen Ikarios Penelope aan Odysseus ten huwelijk gaf, probeerde hij hem over te halen zich ook in Lakedaimon te vestigen. Toen hij daarin niet slaagde, smeekte hij vervolgens zijn dochter thuis te blijven. Maar zij vertrok toch naar Ithaka en hij volgde al smekend haar met een wagen. Odysseus liet dit een poosje over zijn kant gaan, maar tenslotte vroeg hij Penelope dringend vrijwillig met hem mee te gaan of, als ze de voorkeur aan haar vader gaf, terug te gaan naar Lakedaimon. Men zegt dat zij geen antwoord gaf, maar haar gezicht bij het verzoek met een sluier bedekte. Omdat Ikarios daaruit begreep dat zij met Odysseus mee wilde gaan, liet hij haar gaan en wijdde het beeld van Aidoos. Penelope zou namelijk dit punt van de weg bereikt hebben, toen ze zich sluierde.

  1. Twintig stadiën verder, op het punt waar de stroom van de Eurotas het dichtst bij de weg komt, ligt het graf van Ladas, die al zijn tijdgenoten in het hardlopen overtrof. Hij ontving in Olympia de krans voor zijn overwinning op de lange baan, maar omdat hij, denk ik, meteen na zijn overwinning ziek werd, werd hij naar huis gebracht. Onderweg werd hij door de dood getroffen en daarom is zijn graf aan de hoofdweg. Een naamgenoot van hem, die ook een overwinning in Olympia behaalde, hoewel niet op de lange baan, maar op de korte, wordt in de lijst van Olympische winnaars van de Eliërs genoemd als een Achaier uit Aigion. (2) Verder in de richting van Pellana ligt het zogeheten Charakoma, en dan de vroegere stad Pellana. Hier zou Tyndareus gewoond hebben, toen hij voor Hippokoön en zijn zonen uit Sparta vluchtte. De bezienswaardigheden die ik daar gezien heb waren een heiligdom van Asklepios en de bron Pellanis. Volgens het verhaal is een meisje hier in gevallen toen ze water putte. Zij is verdwenen, maar haar hoofdsluier is in een andere bron, Lankia, weer boven gekomen. (3) Honderd stadiën van Pellana ligt de plaats die Belemina heet. Belemina heeft van nature het meeste water van Lakonië, omdat het water van de Eurotas er door stroomt, en er zijn talrijke bronnen.
    (4) Als je in de richting van zee naar Gythion gaat, is er een Lakedaimonisch dorp dat Krokeai heet, en een steengroeve. Dit is niet één ononderbroken rotsketen, maar de stenen die opgegraven worden zien er uit als rivierstenen. Ze zijn moeilijk te bewerken, maar als ze bewerkt zijn kunnen ze gebruikt worden om heiligdommen van goden te versieren, en ze zijn ook bijzonder geschikt voor de verfraaiing van zwembassins en bronnen. Voor het dorp staat een marmeren beeld van Zeus Krokeatas, en bij de steengroeve bronzen beelden van de Dioskouroi. (5) Wanneer je na Krokeai van de weg naar Gythion naar rechts afslaat, kom je bij de stad Aigiai. Dit zou de stad zijn die Homeros in zijn gedicht Augeiai noemt. Daar is een naar Poseidon genoemd meer en er staat een tempel en beeld van de god. Ze durven daar geen vissen uit te halen, omdat men gelooft dat degene die daar vist van een mens in een halieusvis verandert.
    (6) Gythion ligt dertig stadiën van Aigiai, gebouwd aan zee in het gebied van de Vrije Lakoniërs, die door keizer Augustus van de slavernij bevrijd zijn toen ze onderworpen waren aan de Lakedaimoniërs in Sparta. Behalve bij de Isthmos van Korinthe wordt de hele Peloponnesos door de zee omgeven. Na de zee van de Phoinikiërs leveren de kusten van Lakonië de geschiktste schelpen voor de purperverfstof. (7) De Vrije Lakoniërs bezitten achttien steden. Wanneer je van Aigiai richting zee gaat, is de eerste stad Gythion, dan volgen Teuthrone, Las en Pyrrichos. Op Tainaron liggen Kainepolis, Oitylos, Leuktra en Thalamai, en bovendien Alagonia en Gerenia. Aan de andere kant van Gythion liggen aan zee Asopos, Akriai, Boiai, Zarax, Epidauros Limera, Brasiai, Geronthrai en Marios. Dit zijn de steden die de Vrije Lakoniëra nog over hebben van de vierentwintig steden die ze vroeger hadden. De andere, waar mijn verhaal zich mee bezig zal houden, behoren aan Sparta en zijn niet autonoom, zoals de zojuist genoemde. (8) De mensen van Gythion vertellen dat hun stad geen menselijke stichter heeft gehad, maar dat hij door Herakles en Apollo samen gesticht is toen ze zich na hun ruzie om de drievoet verzoend hadden. Daarom staan op hun markt beelden van Apollo en Herakles en vlakbij ook Dionysos. In een ander deel van de stad staan Apollo Karneios, een heiligdom van Ammon, een bronzen beeld van Asklepios, wiens tempel geen dak heeft, een bron van de god, een heiligdom van Demeter en een beeld van Poseidon Gaiaochos. (9) Ik heb gevonden dat degene die door de bevolking van Gythion de Oude Man genoemd wordt en die in zee zou wonen, Nereus is. Ze hebben deze naam oorspronkelijk bij Homeros in de Ilias gevonden, waar Thetis spreekt:
    “duiken jullie nu de brede boezem van de zee in
    om de oude man van de zee en het huis van je vader te zoeken.”
    Hier is ook de poort, die de poort van Kastor genoemd wordt. Op de Akropolis staat een tempel en een beeld van Athene.

  1. Ongeveer drie stadiën van Gythion staat een ruwe steen. Volgens de overlevering is Orestes, toen hij hierop zat, genezen van zijn waanzin. Daarom wordt de steen in het Dorische dialect Zeus Kappotas genoemd. Voor Gythion ligt het eiland Kranaë. Homeros zegt dat Alexander na de schaking van Helena hier voor het eerst gemeenschap met haar had. Op het vasteland tegenover het eiland is een heiligdom van Aphrodite Migonitis en de hele omgeving wordt Migonion genoemd. (2) Alexander zou dit heiligdom gebouwd hebben. Toen Menelaos Ilion veroverd had en acht jaar na de verwoesting van Troje behouden thuis gekomen was, heeft hij vlakbij het heiligdom van Migonitis een beeld opgericht van Thetis en de godinnen Praxidikai. Boven Migonion is een aan Dionysos gewijde berg, Larysion genaamd. In het begin van de lente wordt ter ere van Dionysos een feest gevierd, waarbij een van de rites, zoals ze vertellen, is dat ze daar een rijpe druiventros vinden.
    (3) Ongeveer dertig stadiën voorbij Gythion staan aan de linkerkant op het vasteland de muren van het zogeheten Trinasos, dat volgens mij een fort en geen stad is geweest. Ik denk dat de naam afkomstig is van de eilandjes, drie in getal, die hier voor de kust liggen. Ongeveer tachtig stadiën voorbij Trinasos bevinden zich de ruïnes van Helos, (4) en dan weer dertig stadiën verder ligt aan zee de stad Akriai. Een van de bezienswaardigheden daar is een tempel van de Moeder der Goden. De bevolking van Akriai zegt dat dit het oudste heiligdom van de godin op de Peloponnesos is, hoewel de Magnesiërs, die ten noorden van de berg Sipylos wonen, op de rots Koddinos het oudste beeld van de Moeder der Goden hebben. De Magnesiërs zeggen dat het gemaakt is door Broteas, de zoon van Tantalos. (5) Akriai heeft ook ooit een Olympische winnaar voortgebracht, Nikokles, die op twee Olympische spelen vijf keer het hardlopen gewonnen heeft. Voor Nikokles is een graftombe gemaakt tussen het gymnasion en de muur bij de haven.
    (6) Honderdtwintig stadiën landinwaarts vanaf Akriai ligt Geronthrai. Dit was al voor de komst van de Herakliden bewoond, maar de Doriërs van Lakedaimon hebben de bevolking verdreven en na de verdrijving van de Achaiers van Geronthrai hebben ze eigen kolonisten er heen gestuurd. In mijn tijd behoorden zij tot de Vrije Lakoniërs. Aan de weg van Akriai naar Geronthrai ligt een dorp met de naam Palaia, en in Geronthrai zelf is een tempel en een heilig woud van Ares.(7) Ter ere ven de god wordt ieder jaar een feest gevierd, waarbij de toegang tot het heilig woud voor de vrouwen verboden is. Rondom de markt hebben ze bronnen met drinkwater. Op de Akropolis staat een tempel van Apollo met het ivoren hoofd van zijn beeld. De rest van het beeld is tegelijk met de vroegere tempel door brand verwoest.
    (8) Marios is een andere stad van de Vrije Lakoniërs, op een afstand van honderd stadiën van Geronthrai. Er is daar een oude gemeenschappelijke tempel van alle goden en daaromheen een heilig bos met bronnen, en in het heiligdom van Artemis zijn ook bronnen. Marios beschikt over meer water dan enige andere plaats. Boven de stad, ook in het binnenland, ligt het dorp Glyppia. Naar een ander dorp, Selinous, loopt een weg van twintig stadiën vanaf Geronthrai.
    (9) Dit zijn de plaatsen landinwaarts vanaf Akriai. Aan zee ligt de stad Asopos, zestig stadiën vanaf Akriai. Daar is een tempel van de Romeinse keizers en ongeveer twaalf stadiën landinwaarts vanaf de stad is een heiligdom van de god Asklepios, die ze Philolaos noemen. De beenderen die in het gymnasion vereerd worden zij van bovennatuurlijke grootte, maar het zijn wel menselijke beenderen. Op de akropolis is een heiligdom van Athene met de bijnaam Kyparissia. Aan de voet van de akropolis zijn de ruïnes van een stad, die de Stad van de Parakyparissische Achaiers genoemd wordt. (10) In dit gebied is ook een heiligdom van Asklepios, ongeveer vijftig stadiën van Asopos. De plaats waar het Asklepieion staat heeft de naam Hyperteleaton. Tweehonderd stadiën van Asopos is een in zee uitstekende kaap, die Ezelskaak genoemd wordt. Daar is een heiligdom van Athene zonder beeld, en er zit ook geen dak op. Het zou door Agamemnon gebouwd zijn. Ook is er het graf van Kinados, een van de stuurlieden van het schip van Menelaos. (11) Achter de kaap dringt de zogeheten Golf van Boiai het land in, en de stad Boiai ligt aan het einde van de golf. Deze stad is gesticht door Boios, een van de Herakliden, en men vertelt dat hij uit drie steden mannen hier bijeengebracht heeft, namelijk Etis, Aphrodisias en Side. Twee van deze oude steden zijn volgens hen gesticht door Aeneas op zijn vlucht naar Italië, toen hij door de wind deze golf ingedreven was. Etis zou een dochter van Aeneas zijn. De derde stad zou naar Side, een dochter van Danaos genoemd zijn. (12) Toen de bewoners van deze steden verdreven waren, zochten ze een plaats waar ze zich konden vestigen, en ze ontvingen een orakel dat Artemis hun een woonplaats zou aanwijzen. Toen ze nu aan land gingen en er een haas opdook, beschouwden ze deze haas als hun gids. Toen hij een myrteboom indook, stichtten ze op de plaats waar de boom stond een stad. Deze myrteboom vereren ze nog altijd en Artemis noemen ze Soteira. (13) Op de markt van Boiai staat een tempel van Apollo en elders in de stad staan tempels van Asklepios, Serapis en Isis. De ruïnes van Etis zijn niet meer dan zeven stadiën van Boiai verwijderd. Onderweg hierheen staat links een stenen beeld van Hermes, en in de ruïnes is een aanzienlijk heiligdom van Asklepios en Hygeia.

  1. Kythera ligt tegenover Boiai, en de tocht van de kaap op het vasteland, die Ezelskaak genoemd wordt, naar kaap Platanistous, waar de afstand tussen het eiland en het vasteland het kortst is, heeft een lengte van veertig stadiën. Op Kythera is aan zee een haven Skandeia, en de stad ligt ongeveer tien stadiën landinwaarts van Skandeia. De tempel van Aphrodite Ourania is de heiligste en oudste van alle Aphroditetempels in Griekenland. De godin zelf is afgebeeld met een houten beeld in wapenrusting.
    (2) Wanneer je van Boiai naar de punt van Malea vaart, kom je bij een haven, Nymphaion genaamd, met een beeld van een staande Poseidon en een grot vlakbij zee, waarin een zoetwaterbron is, en er wonen veel mensen. Wanneer je om de punt van Malea heen honderd stadiën verder vaart, bereik je een plaats aan zee in het grensgebied van Boiai met een heiligdom van Apollo, Epidelion geheten. (3) Want het houten beeld van Apollo, dat daar nu staat, stond vroeger in Delos. Vroeger was Delos een stapelplaats voor de Grieken en leek de handelaren veiligheid te bieden dankzij de god. Maar Menophanes, een generaal van Mithridates, heeft, omdat hij zelf de god minachtte of in opdracht van Mithridates – want voor iemand die op winst uit is telt wat goddelijk is minder dan materieel voordeel – (4) Delos met een vloot aangevallen, omdat het niet versterkt was en de bewoners geen wapens bezaten. De daar verblijvende vreemdelingen en de Deliërs zelf heeft hij uitgemoord. Veel rijkdommen van de handelaren en alle wijgeschenken heeft hij geroofd, vrouwen en kinderen in slavernij weggevoerd en Delos zelf met de grond gelijk gemaakt. Toen het verwoest en geplunderd was, heeft een van de barbaren in een vlaag van overmoed dit houten beeld in zee gegooid. De golven hebben het meegenomen en hier in het gebied van Boiai gebracht. (5) Daarom noemt men de plaats Epidelion. Noch Menophanes noch Mithridates zelf ontkwamen echter aan de wraak van de god. Menophanes werd direct nadat hij na de verwoesting van Delos weer in zee gestoken was door handelaren, die ontsnapt waren en hem met hun schepen opwachtten, tot zinken gebracht, en Mithridates werd later door de god gedwongen de hand aan zichzelf te slaan, toen zijn rijk vernietigd was en hij van alle kanten in het nauw gebracht werd door de Romeinen. Sommigen zeggen dat hij bij wijze van gunst een geweldadige dood ontvangen heeft door de hand van een van zijn huurlingen.
    (6) Dit was de vergelding voor hun goddeloosheid. Aan het gebied van Boiai grenst Epidauros Limnera, op een afstand van ongeveer tweehonderd stadiën van Epidelion. De bevolking zegt dat ze niet van de Lakedaimoniërs afstammen, maar van de Epidauriërs in Argolis en dat ze, toen ze voor een of andere staatszaak naar Asklepios op Kos voeren, op deze plaats in Lakonië geland zijn. Gewaarschuwd door dromen die ze gekregen hadden zijn ze hier gebleven en hebben ze zich hier gevestigd. (7) Ook vertellen ze dat de slang die ze van huis uit Epidauros meegenomen hadden uit het schip ontsnapt is en vlakbij zee onder de grond verdwenen is. Daarom hadden ze zowel op grond van hun dromen als van het voorteken van de slang besloten hier te blijven en zich te vestigen. Op de plaats waar de slang onder de grond verdween staan altaren van Asklepios en daaromheen groeien olijfbomen.
    (8) Ongeveer twee stadiën verder naar rechts is het zogeheten Water van Ino, met de oppervlakte van een klein meer, maar veel dieper. In dit water gooien ze tijdens het feest van Ino gerstebroden. Wanneer die in het water terechtgekomen zijn en niet meer boven komen, wordt aan hem die ze er in gegooid heeft succes voorspeld. Maar als het water ze weer boven laat komen, wordt dat als een ongunstig voorteken beschouwd. (9) Hetzelfde verschijnsel doet zich voor in de kraters van de Etna. Daar gooien ze namelijk gouden en zilveren voorwerpen in en zelfs allerlei soorten offerdieren. Wanneer het vuur dat opneemt en verteert, zijn ze blij omdat hun een goed voorteken getoond is, maar ze geloven dat wanneer het vuur de er in gegooide voorwerpen weer terugwerpt, ongeluk die man zal treffen.
    (10) Aan de weg die van Boiai naar Epidauros loopt staat in het gebied van de Epidauriërs een heiligdom van Artemis Limnatis. De stad is niet ver van zee en ligt op een wat hoger terrein. Bezienswaardigheden zijn hier het heiligdom van Aphrodite, dat van Asklepios met een staand stenen beeld, op de akropolis een tempel van Athene en voor de haven een van Zeus met de bijnaam Soter. (11) Bij de stad steekt een kaap, Minoa genaamd, in zee uit. De baai verschilt in niets van andere zee-inhammen in Lakonië, maar het strand heeft kiezelsteentjes met fraaie vormen en allerlei kleuren.

  1. Op een afstand van honderd stadiën van Epidauros ligt Zarax. De plaats bezit een goede haven, maar van alle steden van de Vrije Lakoniërs ligt hij er het meest geruïneerd bij, omdat dit de enige Lakonische stad is die door Kleonymos, de zoon van Agesipolis, verwoest is. De geschiedenis van Kleonymos heb ik elders al verteld. In Zarax is verder niets behalve een tempel van Apollo en een beeld met een cither aan de ingang van de haven. (2) Wanneer je vanaf Zarax ongeveer honderd stadiën langs de kust gaat, dan naar het binnenland afslaat en een stijgende weg van ongeveer tien stadiën neemt, kom je bij de ruïnes van een plaats die Kyphanta heet. Daar is een heilige grot van Asklepios met een stenen beeld. Ook is er een bron met koud water die uit een rots ontspringt. Atalanta zou daar tijdens de jacht, door dorst gekweld, met haar speer op de rots geslagen hebben, zodat het water er uit stroomde.
    (3) Brasiai is de laatste stad van de Vrije Lakoniërs aan de kust, en de afstand van Kyphanta is over zee tweehonderd stadiën. De plaatselijke bevolking vertelt een verhaal dat afwijkt van wat door alle andere Grieken verteld wordt. Toen Semele haar zoon van Zeus ter wereld gebracht had en door Kadmos ontdekt was, was zij samen met Dionysos door hem in een kist opgesloten. Die kist zou door een golf in hun gebied aangespoeld zijn en toen ze Semele niet meer in leven aantroffen, zou ze een schitterende begrafenis gekregen hebben. Dionysos hebben ze, volgens hun verhaal, groot gebracht. (4) Daarom is de naam van hun stad, die tot dan toe Oreiatai heette, veranderd in Brasiai, naar het aanspoelen van de kist aan land. Zo is tegenwoordig het gebruikelijke woord voor het aan land spoelen van voorwerpen door de golven
    ekbrassein. De Brasiaten vertellen ook nog dat Ino op haar omzwervingen in hun land arriveerde en na haar komst bereid was voedster van Dionysos te worden. Ze tonen nog de grot, waar Ino Dionysos gevoed heeft, en de vlakte noemen ze “Tuin van Dionysos”. (5) Er zijn twee heiligdommen, van Asklepios en van Achilles, en ieder jaar vieren ze een feest ter ere van Achilles. Bij Brasiai is een kleine kaap, die kalm in zee uitsteekt. Daarop staan bronzen beeldjes van niet meer dan één voet groot met vilten mutsen op het hoofd. Ik weet niet of ze die voor de Dioskouroi houden of voor Korybanten. Het zijn er drie, en de vierde is een beeld van Athene.
    (6) Rechts van Gythion ligt Las, tien stadiën van zee en veertig van Gythion. De huidige stad beslaat het gebied tussen de bergen, genaamd Ilios, Asia en Knakadion, maar vroeger lag het op de top van de berg Asia. Er zijn nog ruïnes van de oude stad. Voor de muren staat een beeld van Herakles en een ereteken voor hun overwinning op de Makedoniërs. Dezen vormden een onderdeel van het leger van Philippos, toen hij Lakonië binnenviel. Zij werden echter van de rest van het leger afgescheiden en plunderden de kuststreken. (7) Midden tussen de ruïnes staat een tempel van Athene, bijgenaamd Asia, die gebouwd zou zijn door Kastor en Polydeukes na hun behouden terugkeer uit Kolchis. Want ook de Kolchiërs hebben een heiligdom van Athene Asia. Ik weet dat de zonen van Tyndareus deelgenomen hebben aan de tocht van Jason. Over de verering van Athene Asia schrijf ik wat ik van de Lakedaimoniërs gehoord heb. Dichtbij de huidige stad is een bron, die om de kleur van het water Galako genoemd wordt. Bij de bron is een gymnasion, waarin een oud beeld van Hermes staat. (8) Op de berg Ilios staat een tempel van Dionysos en op de hoogste top een tempel van Asklepios. Op de Knakadion staat een Apollo die Karneios genoemd wordt. Wanneer je vanaf de Apollo Karneios ongeveer dertig stadiën verder gaat, bereik je binnen de grenzen van het Spartaanse gebied de plaats Hypsoi. Daar is een heiligdom van Asklepios en een van Artemis, bijgenaamd Daphnaia. (9) Bij de zee staat op een piek een tempel van Artemis Diktynna, waar ieder jaar een feest gevierd wordt. Links van deze piek mondt de rivier Smenos in zee uit. Deze heeft water dat buitengewoon aangenaam is om te drinken. Hij heeft zijn bronnen in het Taygetosgebergte en ligt niet meer dan vijf stadiën van de stad. (10) Op een plaats met de naam Arainos ligt het graf van Las. Op het grafmonument staat een beeld. De locale bevolking beweert dat deze Las de stichter van hun stad is en dat hij door Achilles gedood is, toen deze in de stad arriveerde om Tyndareus om de hand van Helena te vragen. Maar in werkelijkheid is het Patroklos geweest die Las gedood heeft. Hij was namelijk een van degenen die naar de hand van Helena gedongen heeft. Dat Achilles in de Katalogos der vrouwen niet onder de vrijers van Helena genoemd wordt, mag niet als bewijs gezien worden dat hij niet om haar gevraagd heeft. (11) Maar Homeros schrijft in het begin van zijn gedicht dat Achilles als een vriendendienst aan de zonen van Atreus naar Troje gekomen is en niet omdat hij door een eed aan Tyndareus gebonden was. En bij de spelen liet hij Antilochos zeggen dat Odysseus een generatie ouder was dan hij, terwijl Odysseus aan Antinoös over zijn tocht naar de Hades onder andere vertelt dat hij een ontmoeting wilde hebben met Theseus en Peirithoös, mannen van een vroegere periode dan hij zelf. We weten dat Theseus Helena geroofd heeft, zodat het geheel onmogelijk is dat Achilles een vrijer van Helena geweest is.

  1. Voorbij de graftombe mondt een rivier in zee uit, die aanvankelijk geen naam had, maar later de naam Skyras gekregen heeft, omdat Pyrrhos, de zoon van Achilles, daar aan lang gegaan is, toen hij vanuit Skyros er heen gevaren was voor het huwelijk met Hermione. Aan de overkant van deze rivier is een oud heiligdom …….. verder van het altaar van Zeus. Veertig stadiën van de rivier ligt in het binnenland Pyrrhichos. (2) Men zegt dat de stad genoemd is naar Pyrrhos, de zoon van Achilles, maar anderen zeggen dat Pyrrhos een van de Koureten was. Volgens nog weer anderen heeft Silenos zich hier gevestigd, nadat hij uit Malea gekomen was. Dat Silenos in Malea opgegroeid is blijkt uit de woorden van een ode van Pindaros:
    “de machtige, de danser, gevoed door de berg van Malea,
    echtgenoot van Naïs, Silenos.”
    Dat hij ook de naam Pyrrhichos had, zegt Pindaros niet, maar wordt verteld door de bevolking van Malea. (3) Op de markt van Pyrrhichos is een waterput, waarvan ze geloven dat die hen gegeven is door Silenos. Als deze put op zou drogen, zouden ze gebrek aan water hebben. De heiligdommen van goden, die ze in hun gebied hebben, zijn van Artemis, die de bijnaam Astrateia heeft, omdat de Amazonen hier hun verdere opmars gestaakt hebben, en van Apollo Amazonias. Van beide goden staat er een houten beeld, en ze vertellen dat die door de vrouwen van Thermodon gewijd zijn.
    (4) Wanneer je van Pyrrhichos richting zee gaat, kom je in Teuthrone. De inwoners beweren dat Teuthras uit Athene de stichter is. De god, die ze het meest vereren, is Artemis Issoria, en ze hebben een bron, Naia. Op een afstand van honderdvijftig stadiën van Teuthrone steekt kaap Tainaron in zee uit, met de havens Achilleias en Psamathas. Op de kaap staat een tempel, die op een grot lijkt, en daarvoor staat een beeld van Poseidon. (5) Enkele Griekse dichters hebben geschreven dat Herakles hier de hond van Hades naar de bovenwereld gebracht heeft, hoewel er geen weg door de grot is, die naar beneden loopt, en het ook niet erg voor de hand ligt te geloven dat hier een onderaardse woning van goden is, waar de zielen zich verzamelen. Maar Hekataios van Milete heeft een plausibele verklaring gegeven. Hij beweert dat er een verschrikkelijke slang op Tainaron leefde, die Hond van Hades genoemd werd, omdat degene die gebeten werd direct moest sterven. Deze slang werd volgens hem doorAchilles naar Eurystheus gebracht. (6) Homeros, de eerste die het dier dat Herakles meebracht Hond van Hades genoemd heeft, heeft het geen naam gegeven en ook zijn uiterlijk niet beschreven zoals bij de Chimaira. Latere dichters hebben de naam Kerberos bedacht en hoewel ze het dier in de overige opzichten met een hond vergelijken, zeggen ze dat het drie koppen had. Maar Homeros zou net zo min zeggen dat het een hond, de leefgenoot van de mens, is als hij echte slang hond van Hades zou noemen. (7) Een van de wijgeschenken op Tainaron is een beeld van de citherspeler Arion op een dolfijn. Herodotos vertelt het verhaal van Arion en de dolfijn, zoals hij het gehoord heeft, in zijn geschiedenis van Lydië. Ik heb de dolfijn in Poroselene gezien, die een jongen dank brengt voor het redden van zijn leven. Hij had hem namelijk verpleegd, toen hij door vissers gewond was. Wanneer de jongen riep, luisterde hij en wanneer de jongen op hem wilde rijden, droeg hij hem. Op Tainaron is ook een bron, die nu niets bijzonders meer heeft, maar vroeger, zoals ze zeggen, de mensen de havens en de schepen liet zien, wanneer ze in het water keken. Dat dit nu niet meet te zien is in het water is de schuld van een vrouw, omdat ze er vuile kleren in waste.
    (9) Ongeveer veertig stadiën over zee vanaf Tainaron ligt Kainepolis, dat vroeger ook Tainaron heette. Hier is een megaron van Demeter en aan zee een tempel van Aphrodite met een staand beeld van steen. Dertig stadiën daarvandaan ligt Thyrides, een voorgebergte van Tainaron, en er liggen de ruïnes van de stad Hippola met een heiligdom van Athene Hippolaitis. Een eindje verder zijn de stad en de haven van Messa. (10) Vanaf deze haven is de afstand naar Oitylas honderdvijftig stadiën. De heros, naar wie de stad genoemd is, was van origine een Argiver, een zoon van Amphianax, de zoon van Antimachos.
    Bezienswaardigheden in Oitylas zijn een heiligdom van Sarapis en een houten beeld van Apollo Karneios op de markt.

  1. De weg van Oitylos naar Thalamai is ongeveer tachtig stadiën lang. Aan de weg ligt een heiligdom van Ino met een orakel. De mensen raadplegen het orakel in hun slaap en de godin openbaart hen wat ze willen weten in dromen. In het open deel van het heiligdom staan twee bronzen beelden, een van Pasiphaë en een van Helios. Door de slingers was het niet mogelijk het beeld in de tempel duidelijk te zien, maar ze vertellen dat dit ook van brons is. Uit een heilige bron stroomt water, aangenaam om te drinken. Pasiphaë is een bijnaam van Selene en is geen inheemse godheid in Thalamai. (2) Twintig stadiën van Thalamai ligt een plaats die Pephnos heet. Daarvoor ligt een eilandje, niet groter dan een flinke rots, dat ook Pephnos heet. De mensen van Thalamai beweren dat de Dioskouroi hier geboren zijn. Ik weet dat ook Alkman dit in een lied gezegd heeft. Ze zeggen echter dat ze niet in Pephnos groot gebracht zijn, maar dat Hermes hen naar Pellana gebracht heeft. (3) Op dit eilandje staan bronzen beelden van één voet hoog in de open lucht. De zee kan die niet van hun plaats krijgen, wanneer de rots in de winter overspoeld wordt. Dit is wonderlijk, en bovendien hebben de mieren een wittere kleur dan gewoonlijk. De Messeniërs zeggen dat dit gebied oorspronkelijk van hun was en daarom vinden ze dat de Dioskouroi meer bij hun dan bij de Lakedaimoniërs horen.
    Op twintig stadiën van Pephnos ligt Leuktra. Waarom de stad Leuktra heet, weet ik niet. Maar als de naam afkomstig is van Leukippos, de zoon van Periëres, zoals de Messeniërs zeggen, denk ik dat dat de reden is, waarom de bevolking Asklepios het meest van alle goden vereert. Ze geloven namelijk dat hij de zoon is van Arsinoë, de dochter van Leukippos. Er staat een stenen beeld van Asklepios en op een andere plaats een van Ino. (5) Ook staat er een tempel met een beeld van Priamos’ dochter Kassandra, die door de plaatselijke bevolking Alexandra genoemd wordt. Van Apollo Karneios staan er houten beelden precies van hetzelfde soort als bij de Lakedaimoniërs in Sparta. Op de akropolis is een tempel met een beeld van Athene, en er is in Leuktra een tempel en een heilig woud van Eros. In de winter stroomt er water door het heilige woud, maar bladeren, die door de wind van de bomen vallen, kunnen niet door het water weg gevoerd worden, zelfs niet als de stroom erg gezwollen is.
    (6) Ik wil iets beschrijven, waarvan ik weet dat het zich in mijn tijd voorgedaan heeft aan de kust van Leuktra. Het grootste deel van een bos, dat ten gevolge van de wind in brand geraakt was, is door het vuur verwoest. Toen dat terrein na de brand kaal achtergebleven was, werd er een beeld van Zeus van Ithome aangetroffen. De Messeniërs zeggen dat dit het bewijs is dat Leuktra oorspronkelijk bij Messenië hoorde. Maar het is ook mogelijk dat als de Lakedaimoniërs oorspronkelijk in Leuktra woonden Zeus van Ithome bij hen vereerd wordt.
    (7) Kardamyle, dat ook door Homeros genoemd wordt in de lijst van geschenken, die door Agamemnon beloofd werden, is onderworpen aan de Lakedaimoniërs van Sparta sinds het door keizer Augustus van Messenië afgescheiden is. Kardamyle ligt acht stadiën van zee en zestig stadiën van Leuktra. Niet ver van het strand is een heiligdom, gewijd aan de dochters van Nereus. Op deze plaats zouden zij uit zee gekomen zijn om Pyrrhos, de zoon van Achilles, te zien, toen hij voor zijn huwelijk met Hermione naar Sparta ging. In de stad is een heiligdom van Athene en een beeld van Apollo Karneios volgens de locale Dorische traditie.
    (8) De stad, die in de epen van Homeros Enope genoemd wordt, bewoond door Messeniërs, maar lid van het verbond van Vrije Lakoniërs, heet tegenwoordig Gerenia. Sommigen zeggen dat Nestor in deze stad opgegroeid is, maar volgens anderen is hij hierheen gevlucht, toen Pylos door Herakles veroverd werd. (9) Hier in Gerenia is het graf van Machaon, de zoon van Asklepios, en een gewijd heiligdom, waar zieke mensen bij Machaon genezing kunnen vinden. De plaats wordt Rhodos genoemd, en er staat een staand bronzen beeld van Machaon. Op het hoofd heeft het een krans, die de Messeniërs in het plaatselijke dialect “kiphos” noemen. Machaon is volgens de dichter van de Kleine Ilias gedood door Euryphilos, de zoon van Telephos. (10) Ik weet dat dit de reden is van wat in de tempel van Asklepios in Pergamon gedaan wordt. Ze beginnen daar met hymnes ter ere van Telephos, maar ze zingen geen enkel lied voor Eurypylos en willen zijn naam niet in de tempel noemen, omdat ze weten dat hij de moordenaar van Machaon is. Nestor zou de beenderen van Machaon gered hebben, maar Podaleiros zou uit de koers gedreven zijn, toen ze na de verwoesting van Troje terugkeerden en, nadat hij veilig in Syrnos op het vasteland van Karië aangekomen was, zich daar gevestigd hebben.
    (11) In het gebied van Gerenia ligt de berg Kalathion. Hierop ligt een heiligdom van Klaia. Er naast is een grot met een smalle toegang, maar de voorwerpen binnen zijn bezienswaardig. Ongeveer dertig stadiën vanaf Gerenia landinwaarts ligt de stad Alagonia, die ik al genoemd hebin de lijst van Vrije Lakoniërs. Als bezienswaardigheden zijn daar heiligdommen van Dionysos en Artemis.